8.3 + 8.4 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen + Hoe dragen wij ons steentje bij?

Hoofdstuk 8
Paragraaf  3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?








/
4TL
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8
Paragraaf  3 - Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
Paragraaf 4 - Hoe dragen wij ons steentje bij?








/
4TL

Slide 1 - Diapositive

Wat moet ik kennen en kunnen?
  • 5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen     
      benoemen en voorbeelden kunnen noemen. 
  • Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
  • Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
  • Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.

Slide 2 - Diapositive

TERUGKIJKEN: Leerdoelen par 1 + 2 
  • Hoe je het inkomen per hoofd van de bevolking berekent
  • Dat alleen kijken naar het gemiddelde inkomen niet genoeg zegt over de welvaart van een land. Waar moet je nog meer naar kijken?
  • Weten van welke kenmerken er sprake is bij ontwikkelingslanden.
  • Weten waarom ontwikkelingslanden weinig exportinkomsten hebben.
  • Uit kunnen leggen wat de ruilvoet is en waarom de ruilvoet voor ontwikkelingslanden vaak slecht is.
  • Uit kunnen leggen landen doen tegen schommelende grondstofprijzen

Slide 3 - Diapositive

Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften 
  • Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
  • Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding

Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
  • Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk


Slide 4 - Diapositive

2

Slide 5 - Vidéo

Soorten ontwikkelingshulp
Bilaterale hulp = Hulp die rechtstreeks tussen twee landen gaat 
  • Bijvoorbeeld Nederland geeft geld aan Ghana om het onderwijs te verbeteren.
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
  • Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulp = Is hulp zonder voorwaarden
  • Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede. 



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Zou jij als boer in ontwikkelingsland een microkrediet willen of fairtrade?
Geef een argument voor je mening.

Slide 9 - Question ouverte

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De Nederlandse overheid stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
  • Daarnaast wordt er jaarlijks geld gereserveerd voor noodhulp aan slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen.



Slide 10 - Diapositive

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De doelstelling van de Verenigde Naties (VN) is dat landen ten minste 0,7% van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden.
  • De overheid geeft subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren in fabrieken of andere bedrijven.



Slide 11 - Diapositive

Wat bedoelen we met
'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de Verenigde Naties
B
Hulp voor en door meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid

Slide 12 - Quiz

Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Met het geld dat Cambodja van Nederland heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten. Om welke vorm van ontwikkelingshulp gaat het hierom?
A
noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp

Slide 13 - Quiz

Hoe helpt fairtrade boeren in ontwikkelingslanden?
A
Door de boeren een eerlijke prijs te geven.
B
Door het verstrekken van leningen.
C
Door vrijhandel mogelijk te maken.
D
Door protectiemaatregelen in te stellen.

Slide 14 - Quiz

Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.

Slide 15 - Quiz

Wat moet ik kennen en kunnen?
  • 5 verschillende vormen van ontwikkelingshulp kunnen benoemen en voorbeelden kunnen noemen.
  • Weten wat een microkrediet is en hoe dit werkt.
  • Weten wat Fairtrade is en hoe dit werkt.
  • Weten wat NL doet aan ontwikkelingshulp.

Slide 16 - Diapositive