Je kunt:
-uitleggen hoe wij aan informatie over het verleden komen.
-uitleggen waarom kennis over je eigen verleden belangrijk voor je is.
-de namen van de tijdvakken en periodes opnoemen.
-met de kenmerken van een tijd een tijdvak herkennen.
-uitleggen waarom tijdvakken steeds korter worden.
-uitleggen waarom de uitvinding van het schrift belangrijk was.
-voorbeelden geven van verschillende jaartellingen.