Alfa 3

Welkom terug op school allemaal!

donderdag

13 januari

2022

Wat gaan we vandaag doen?

• We beginnen met Thema 6. Dit thema gaat over kleding. 
• We gaan het hebben over de lidwoorden de en het.
• We leven in een spannende tijd, rond Corona. Sommige mensen zijn bang, of verdrietig of hebben andere gevoelens of emoties. Daar gaan we over spreken.

Video kijken

Praat je mee: kleding 5.1*

Wat wil Daan kopen?

Koopt hij de trui?

En de broek?

Waarom niet?

Koopt hij een jas?

6.2 De en het

10. Bekijk de video. Wat betekenen de blauwe woorden?      lidwoorden

                           meervoud

                           verkleinwoorden

                           woordenboek

11. Wat hoor je?

12. Quiz: gebruik je de of het?

Nu komen foto's van de blauwe woorden van 6.1, 6.2, en 6.3.

- Ken je ze?

- Noem ook het lidwoord erbij (de /het)

- Kun je er ook een zin mee maken?

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.

• het hemd    
• de hemden

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.

• de broek     
• de broeken

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.

• de sok        
• de sokken

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.

• de onderbroek      
• de onderbroeken

Wat is dit? 

• het T-shirt 
• de T-shirts

Wat is dit?

• de trui      
• de truien

Wat is dit? 

• de schoen      
• de schoenen

Wat is dit?

• de rok        
• de rokken

Wat is dit?

• de tas        
• de tassen

Wat is dit?

• het vest    
• de vesten

Wat is dit?

• het overhemd    
• de overhemden

Wat is dit?

• de jas        
• de jassen

Welk gevoel geeft Corona jou?

Welke emotie zie je?

• Verdriet
  
• Waar zie je dat aan?
• Wanneer voel jij je verdrietig? 

Welke emotie zie je?

• Hij kijkt boos
• Waar zie je dat aan?
  
• Wanneer word jij boos?
  

Welke emotie zie je?

• Zij is bang
• Hoe weet je dat?
• Ben jij wel eens bang?

Welke emotie zie je?

• Zij is blij
  
• Hoe zie je dat?
• Waar word jij blij van?

Welke emotie zie je?

• Zij is moe.
• Hoe zie je dat?
• Wanneer voel jij je zo?

Welke emotie zie je?

• Zij is zenuwachtig
  
• Ken je een daar een ander                                                              woord voor?
• Wanneer ben jij zenuwachtig?

Welke emotie zie je?

• Zij ziet er ziek uit.
• Voel jij je wel eens ziek?
• Wat doe je dan?

Als er nog tijd over is, kunnen jullie verder werken in je boek.

Stel vragen als je iets niet begrijpt!

Spreekopdrachten kunnen we samen doen.

Jullie hebben hard gewerkt, dankjewel!

Blijf gezond!

Tot volgende week!