Oefenen examen theorie hand,nagel en voet

Oefenen examen theorie hand,nagel en voet
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefenen examen theorie hand,nagel en voet

Slide 1 - Diapositive

Hoe verloopt het scheenbeen?
A
Van knie naar binnen enkel
B
Van knie naar buitenenkel
C
Van heupbeen naar knie
D
Van voetwortel naar teenkootjes

Slide 2 - Quiz

Wat zorgt voor het op gang houden van het lymfe?
A
Het hart zorgt dat het wordt rond gepompt
B
Door spierkracht
C
Door de nieren
D
Door de hormonen

Slide 3 - Quiz

Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Zorgt voor het aanmaken van antistoffen
C
Zorgt voor het stollingsproces
D
Zorgt voor het vervoeren van voedingsstoffen

Slide 4 - Quiz

Welk hormoon zorgt voor overbeharing bij vrouwen?
A
Oestrogenen
B
Androgenen
C
Progesteron
D
Testosteron

Slide 5 - Quiz

Welke behandeling is een contra indicatie bij een cosmetische voetverzorging?
A
Wintervoeten
B
Groeven in de nagels
C
Splijtende nagels
D
Diabetes Mellitus

Slide 6 - Quiz

Wat is een eigenschap van een sterk zuur?
A
Verwekend
B
Zeepachtig
C
Eiwitsplitsend

Slide 7 - Quiz

Wat valt onder onregelmatige beenderen?
A
Handwortelbeenderen
B
Vingerkootjes
C
Ellepijp
D
Spaakbeen

Slide 8 - Quiz

Waar bevinden zich de kleine hersenen?
A
Aan de achterkant onderin
B
Aan de voorkant
C
Aan de bovenkant

Slide 9 - Quiz

Wanneer is het sympatisch stelsel actief?
A
Zodra je rust neemt
B
Als je actief bent
C
Als je aan het slapen bent

Slide 10 - Quiz

Wat voor gewricht vind je bij de knie?
A
Kogelgewricht
B
Eigewricht
C
Scharniergewricht

Slide 11 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met lipofoob?
A
Vetopnemend
B
Vochtvasthoudend
C
Vetafstotend
D
Vochtaantrekkend

Slide 12 - Quiz

Welke spier strekt de arm?
A
Tweehoofdige armspier
B
Driehoofdige armspier
C
Vijfhoofdige armspier
D
Deltaspier

Slide 13 - Quiz

Wat voor zenuwen zijn sensibele zenuwen?
A
Bewegingszenuwen
B
Gevoelszenuwen
C
Zintuigelijke zenuwen

Slide 14 - Quiz

Wat voor soort gewricht is het gewricht tussen ellepijp en spaakbeen?

A
Een kogelgewricht
B
Een rolgewricht
C
Een scharniergewricht
D
Een zadelgewricht

Slide 15 - Quiz

Sterke zuren kunnen de huid beschadigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Welk botstuk ligt aan de pinkzijde?
A
Ellepijp
B
Spaakbeen
C
Opperarmbeen
D
Heiligbeen

Slide 17 - Quiz

Hoe vindt de geleiding van een motorische prikkel plaats?
A
van de hersenen naar een spier
B
van de hersenen naar het ruggenmerg
C
van een zintuig naar de hersenen

Slide 18 - Quiz

wat is de functie van de nagel
A
ze beschermen de vingers en tenen
B
ze vergemakkelijken het geven van een massage
C
ze vergemakkelijken het oppakken van voorwerpen
D
ze spelen een rol in het uiterlijk van de handen

Slide 19 - Quiz

Waarvoor dient een nagelmatrix?
A
Om de nagels gezond te houden.
B
Om nagelcellen te laten groeien.
C
Hier groeit je bot aan.
D
Hier groeit je spier aan.

Slide 20 - Quiz