Fictie les 17, trailers en recensies en les 18, uitspraken in tv-programma's

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze les: 
- Boekenlijsten 
-  Nakijken opdrachten fictie les 16, perspectief 
- les 17, boektrailers en recensies 

Slide 2 - Diapositive

Boektrailer Pokerface 

Slide 3 - Diapositive

Vragen 
1. Wat weet je over het boek 'Pokerface' na het zien van deze trailer?
2. Wat weet je nog niet? 
3. Ben je nieuwsgierig geworden naar dit boek na het zien van deze trailer? 

Slide 4 - Diapositive

Recensies 
We lezen samen de recensie  over Escape room van Maren Stoffels.
Beantwoord daarna de volgende vragen: 
1. Waar gaat het boek Escape Room over?
2. Welk genre heeft dit boek?
3. Wat vertelt de recensent over de schrijver? 
4. Wat is het oordeel van de recensent over Escape Room?
5. Ben je nieuwsgierig geworden naar dit boek door deze recensie? 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht
Zoek nu een recensie van één van de boeken die je hebt gelezen /leest voor Nederlands. Lees de recensie. Beantwoord daarna de volgende vragen: 
1. Wat is de titel, auteur en bron van de recensie?
2.Vind je dat de inhoud goed beschreven is? 
3. Welke mening heeft de recensent over het boek? 
4. Ben je het daarmee eens?
5. Heb je iets nieuws geleerd over het boek door deze recensie? 
Zo ja, wat? 
Noteer je antwoorden in je schrift. 

Slide 6 - Diapositive

Klassikale evaluatie 
Maak nu de vragen van les 17, 1 t/m 9 en 

Slide 7 - Diapositive

Les 18:
De betekenis van een uitspraak in een tv-programma achterhalen

Slide 8 - Diapositive

Europeaan in New York 

Slide 9 - Diapositive

Kijkvragen
1. Welke woorden hoor je die je niet kent?
Noteer er minimaal 3. 

2. Hoe kun je tijdens het kijken de betekenis achterhalen?

Slide 10 - Diapositive

Les 18. Tips voor het snappen van uitspraken in tv-programma's
1. Kun je het programma begrijpen ook zonder dat je de precieze betekenis van een woord of zin kent?
2. Wordt er eerder of later iets gezegd, waardoor de betekenis van de uitspraak duidelijk wordt 
3. Is het woord een samenstelling, en bestaat het uit delen die je kent?
4. Helpen de beelden om de woorden te snappen?
5. Worden er voorbeelden of omschrijvingen in het programma gegeven?

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag! 
Maak nu van les 17:  vragen 1 t/m 9 
Maak nu van les 18: vragen 1, 2, 3 en 11 p. 40-41 

Klaar? Lees dan verder in je leesboek! 

Slide 12 - Diapositive