Herhaling H5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

-In deze les kun je de belangrijkste punten nog eens doornemen. 

-Er worden ook oefenvragen gesteld doe je kunt maken. 

-Uiteraard is het belangrijk om ook nog te leren uit je boek.

Volgende dia 's gaan over: 1.1 Land en zee Europa

Reliëf

Relief = hoogteverschillen in landschap

Europa kent veel hoogteverschillen in zijn landschap

2) Ik weet wat laagland, heuvelland, middelgebergten en hooggebergten is

Laagland: heuvels minder dan 200 m hoog

Heuvelland: tussen de 200 m en 500 m hoog

Middelgebergten: tussen de 500 m  en 1500 m hoog

Hooggebergten: meer dan 1500 m hoog

Zeewind = Aanlandige wind,   

                westenwind in NL

• zeewater warmt langzaam op, de wind is koel. In de zomer is het daarom koeler aan zee.
• zeewater koelt langzaam af, de wind brengt warme lucht. In de winter is het warmer aan zee.

Landwind = Aflandige wind

• Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
  
• In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm. 
  
• In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.
  

zeeklimaat en landklimaat

De zee is van invloed op de temperatuur en op het klimaat in Europa!

In de volgende dia's wordt uitgelegd waarom:

Landklimaat:

- hoe verder landinwaarts hoe kleiner de invloed van zee

- de zomers zijn warm en de winters zijn koud

zeeklimaat:

- In gebieden langs de kust zijn de zomers koel en de winters zacht

- In elk seizoen valt er regen omdat de wind van zee vochtig is

Volgende dia's gaan over: 1.2 Europa van Noord naar Zuid

Klimaat is van invloed op plantengroei! Rondom de Middellandse zee (bv Spanje, Frankrijk) groeien andere planten en bomen dan bv in Nederland.

Middellandse zee klimaat

• Zomers warm 
  
• Winters warm 
• Weinig neerslag 
• Planten zijn aangepast aan droogte en warmte

Toendra klimaat

• In de zomers gemiddeld kouder dan 10 graden Celsius.  
• Geen bomen, alleen wat mos. 
• Gebied groot deel van het jaar bevroren.

Sneeuwklimaat

• Hele jaar onder de 0 graden Celsius.
• Sneeuw en ijs.

De volgende dia's gaan over: 1.3 De bergen in.

Hoogtegordels

Boven de 2000 meter vind je geen bomen meer

temperatuur daalt met 6 graden per 1000 meter

Hoogtegordels

1. Loofboomgordel = 0-1000m
2. Naaldboomgordel =1000-2000m
3. Alpenweides = 2000-2500m
4. Rotsgordel = 2500-3500m
5. Eeuwige sneeuw >4000m

Hooggebergteklimaat

• In de zomer niet warmer dan 10 graden.
• Winters duren lang.
• Sneeuw dat niet helemaal weg smelt wordt een gletsjer.

Loefzijde

Kenmerk: 

- Wolken moeten stijgen, omdat ze over de berg willen. 

Hierdoor gaat het hier veel regenen.

Lijzijde / regenschaduw

Kenmerk: 

- Heel droog, omdat al de neerslag al aan de loefzijde is gevallen.

- Hier zie je vaak droge klimaten, zoals woestijnen of steppen.

- De droge kant van de berg ligt in de regenschaduw.

Lij = blij (geen regen!)

Loefzijde: - regenkant en dus de natte kant van de berg

Lijzijde: lucht daalt, veel droger 

De volgende dia's gaan over: 1.4 Een ingericht Europa

Het klimaat is de baas

Het klimaat bepaald waar wij mensen kunnen wonen of juist niet.

Hoog in de bergen

In de zomer worden skipistes hier vaak gebruikt als wandelroutes. 

Het hooggebergtenklimaat is het te koud voor akker- & tuinbouw, hierdoor is enkel veeteelt mogelijk.

Toerisme

In de zomer is het mooi om hier in het hooggebergte te wandelen.

landbouw= produceren van voedsel door gewassen te verbouwen en houden van dieren

akkerbouw= vorm van landbouw waar gewassen op akkers wordt verbouwd

tuinbouw= vorm van landbouw waar fruit of bloemen wordt gekweekt

bosbouw= vorm van landbouw waar bomen worden gekweekt voor productie hout

Nu volgen  een aantal oefenvragen die je kunt maken. Probeer deze zonder te spieken in je boek te maken. Maak je een fout dan kun je dit opzoeken in je boek

Wat is relief?

1. hoogteverschillen
2. bergtoppen
3. zeespiegel
4. heuvels

zeeklimaat is?

1. koude winters en zachte zomers
2. koude zomers en koude winters
3. zomers koel en winters zacht

Wat is landklimaat?

1. zomers zijn warm en winters zijn koud
2. zomers zijn koel en winters zijn zacht
3. winters zijn warm en zomers zijn warm

Naaldboomgordel

Loofboomgordel

Toendra

Noem 3 landen waarin een middellands zeeklimaat heerst:

Wat zijn de kenmerken van een sneeuwklimaat?

Wat zijn de kenmerken van een toendraklimaat?

Welke kenmerken horen bij middellands zeeklimaat?

1. zomers en winters koud, veel neerslag, loofbomen
2. zomers en winters warm, weinig neerslag, groei palmbomen
3. zomers warm, winters koud, veel neerslag, groei naaldbomen

In welk gebied is het te koud, dat er geen bomen kunnen groeien?

1. Toendra
2. Taiga
3. Middellandse zeeklimaat
4. Landklimaat

Met hoeveel graden neemt de temperatuur per 1000m af?

1. 10 graden
2. 12 graden
3. 6 graden
4. 8 graden

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.

loofboomgordel

naaldboomgordel

alpenweiden

rotsgordel

eeuwige sneeuw

Hoe rechter de zonnestraal op het aardoppervlak komt, hoe ... het gebied.

1. Warmer
2. Kouder
3. Gematigder
4. Stabieler

Wat hoort bij elkaar?

loofboomgordel

naaldboomgordel

alpenweide

rotsgordel

eeuwige sneeuw

0 - 1000 meter

1000 - 2000 meter

2000 - 2500 meter

2500 - 3500 meter

3500 - hoger

Leer ook nog zelf uit je boek. Je moet bijvoorbeeld de verschillende klimaten kennen die we hebben behandeld.

SUCCES!!!!