H5 les 9

Planten
Hoofdstuk 5.4



Code
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planten
Hoofdstuk 5.4



Code

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag

welkom
Uitleg 5,4
quizz
zelfstandig werken










Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

cactus

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kroonblad
stamper
meeldraad

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt de delen van een bloem in een afbeelding benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe de meeldraden en stamper zijn gebouwd en waarvoor ze zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe bestuiving gaat en hoe dat bij verschillende bloemen gebeurt.
  • Je kunt beschrijven hoe de zaden in een bloem ontstaan.
  • Je kunt manieren opnoemen van hoe zaden zich verspreiden.
  • Je kunt beschrijven wat er allemaal gebeurt in een plantenleven.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van bloemen

bloembodem --> zit de bloem aan
kelkbladeren --> bescherming
Nectarkliertjes --> nectar
Kroonbladeren --> gekleurde bloembladeren
Stamper & meeldraden --> voor de voortplanting

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraden
meeldraden -->
helmknop
helmdraad

De helmknoppen maken heel veel stuifmeelkorrels

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stamper
stamper -->
stempel
stijl
vruchtbeginsel

hier word zaadbeginsel bevrucht, begint nieuw zaadje

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuiving
bestuiven is het het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de stamper.

wind of insecten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wind bestuiving
De stuifmeel korrels worden door de wind verspreid.

Bloemen vallen minder op, hoeven geen insecten te lokken.
meeldraad en stamper steken uit.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Insecten bestuiving
  1. bloem lokt insecten.
  2. stuifmeelkorrels plakken aan insect.
  3. insect vliegt door naar volgende bloem.
  4. stuifmeel korrels komen op stamper andere bloem.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt de delen van een bloem in een afbeelding benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe de meeldraden en stamper zijn gebouwd en waarvoor ze zijn.
  • Je kunt uitleggen hoe bestuiving gaat en hoe dat bij verschillende bloemen gebeurt.
  • Je kunt beschrijven hoe de zaden in een bloem ontstaan.
  • Je kunt manieren opnoemen van hoe zaden zich verspreiden.
  • Je kunt beschrijven wat er allemaal gebeurt in een plantenleven.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het zaadbeginsel?
A
Het deel van de bloem waar de kroonbladeren zitten
B
Het deel van de bloem waar het zaadje begint te groeien
C
Het deel van de bloem waar de meeldraden zitten
D
Het deel van de bloem waar de kelkbladeren zitten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de meeldraden?
A
Het maken van nectar
B
Het beschermen van de bloem
C
Het maken van stuifmeelkorrels
D
Het zorgen voor bestuiving

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom heeft een bloem nectar en mooie kroonbladeren?
A
Zodat mensen ze plukken
B
stuifmeel door de wind te laten mee voeren
C
Om insecten te lokken
D
Om te laten zien dat hij giftig is

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt deze plant bevrucht?
A
wind
B
insecten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt deze plant bevrucht?
A
wind
B
insecten

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bestuiving?
A
Verspreiden van nectar door bijen
B
Verplaatsen van bloemen door wind
C
Uitwisselen van genetisch materiaal tussen bloemen
D
Overbrengen van stuifmeel van meeldraden naar stamper

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Je mag in fluister toon overleggen.

Bij een vraag steek je je vinger op.


Te maken
Hoofdstuk 5,4
opdracht 11 t/m 16

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Je mag in fluister toon overleggen.
Bij een vraag, lees eerst nog een keer de vraag door, 
vraag je buurman/vrouw en anders steek je je vinger op.


Bio: M H5.4 Opdr. 6-16

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werkblad verschil bloemen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende Les
Neem flex werkboek B mee





Te maken
Hoofdstuk 5,4
opdracht 11 t/m 16

Slide 23 - Diapositive

huiswerk en meme