Iris en lens

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

De iris en de ooglens

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
• Je kunt uitleggen hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

Wat is de volgorde van delen waar het licht doorheen gaat?

1. Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
2. Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
3. Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
4. Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Wanneer je s' ochtends opstaat en je gordijnen open doet komt er licht naar binnen. Wat doen je pupillen dan?

1. Worden groter
2. Worden kleiner
3. Er gebeurt niks

Pupilreflex

- Kring- en straalsgewijs lopende spieren.

• veel licht

- Iris groot - pupil klein

- Kringspieren aangespannen

- Straalsgewijze spieren ontspannen

• weinig licht

- Iris klein- pupil groot

- Kringspieren ontspannen

- Straalsgewijze spieren aangespannen

Hoe noemen we de het samentrekken van de spieren in je iris.

1. Het lichtreflex
2. De pupilreflex
3. De Irisreflex
4. Het oogreflex

Wat wordt er in je oog beschermt tegen te veel licht?

1. Je netvlies
2. Je hoornvlies
3. Je lens
4. De zintuigcellen in je netvlies

Zijn er mensen met een oogafwijking?

1. Nee
2. Ja, een positieve afwijking
3. Ja, een negatieve afwijking

Scherp zien

• Lichtbreking

• Bolle / positieve lens --> licht buigt naar elkaar toe

• Lensbandjes en kringspieren

• Platte lens

- kringspier ontspannen - bandjes gespannen

• Bolle lens

- Kringspier gespannen - bandjes ontspannen

Veraf en dichtbij

- Accommoderen

1

2

3

4

5

6

kringspieren ontspannen

bolle lens

lensbandjes ontspannen

kringspieren gespannen

platte lens

gespannen lensbandjes 

Waarvoor dient de ooglens?

1. De lens zorgt ervoor dat er niet teveel licht in het oog komt.
2. De lens zorgt voor scherpe beelden op het netvlies
3. De lens zet lichtprikkels om in impulsen
4. De lens zet scherpe beelden om in lichtprikkels

Hoe noemen we het proces waarbij de sterkte van je ooglens wordt gereguleerd.

1. Accumuleren
2. Pupilrelfex
3. Lichtbreking
4. Accommoderen

Oudere mensen hebben vaak een bril nodig om te lezen. Hun lens kan niet bol genoeg meer worden.
Wat gebeurd er met hun beeld?

1. Ze zien alles op zijn kop
2. De voorwerpen lijken langer
3. De voorwerpen lijken korter.
4. Ze zien geen scherp beeld.

Welke uitspraak is waar?

1. Deze lens is voor iemand die bijziend is; de lens is -
2. Deze lens is voor iemand die bijziend is; de lens is +
3. Deze lens is voor iemand die verziend is; de lens is -
4. Deze lens is voor iemand die verziend is; de lens is +

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
• Je kunt uitleggen hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

Aan de slag

-Jullie gaan nu aan de slag met het huiswerk

-Huiswerk: opdracht 18 t/m 24