duurzaamheid en natuurbescherming

indicatorsoort
Bepaalde planten en dieren komen alleen voor onder bepaalde omstandigheden.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

indicatorsoort
Bepaalde planten en dieren komen alleen voor onder bepaalde omstandigheden.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

voorbeelden
grote wegebree komt voor op plekken waar veel gelopen wordt.

hafte larven en kokerjuffers komen alleen in heel schoon water voor.
dopheide staat alleen op plekken waar weinig kalk in de grond zit

Slide 5 - Diapositive

bst 5 Duurzaamheid en natuurbescherming

Slide 6 - Diapositive

mensen beinvloeden het milieu
vervuiling
uitputting
aantasting
klimaatverandering

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

oorzaken van milieuproblemen
toename wereldbevolking
industrialisering
veranderingen in landbouw (ruilverkaveling)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Duurzame ontwikkeling
vooruitgang die de aarde niet schaad:
zonne-energie
windenergie
energie uit biomassa
waterstofauto / elektrische auto
enz.

Slide 15 - Diapositive

natuurbescherming
behouden en/of ontwikkelen van natuur en biodiversiteit.
vergroten natuurgebieden,
natuurgebieden met elkaar verbinden
variatie in het landschap brengen

biesbosch en oostvaardersplassen

Slide 16 - Diapositive

Natuur in Nederland??
bijna geen natuurlijke ecosystemen in Nederland
Nederland is versnipperd door wegen

Slide 17 - Diapositive

wetgeving
Boswet 
Faunawet
rode lijst ( hierop staan dieren en plantensoorten die met uitsterven worden bedreigd in Nederland)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

ecologische voetafdruk
https://voetafdruktest.wwf.nl/

Slide 20 - Diapositive

wat is geen voorbeeld van duurzame ontwikkeling?
A
energie uit aardwarmte
B
kernenergie
C
energie uit getijde
D
energie uit waterstof

Slide 21 - Quiz

Wat is geen effect van ruilverkaveling?
A
monocultuur
B
afname biodiversiteit
C
gebruik grote landbouwmachines
D
vervuiling

Slide 22 - Quiz

Waar wordt het landoppervlak in Nederland vooral voor gebruikt?
A
steden en dorpen
B
infrastructuur (wegen)
C
landbouw en veeteelt
D
bossen, heide, vennen enz.

Slide 23 - Quiz

Hoe kun je biodiversiteit vergroten?
A
overal een climax ecosysteem laten ontstaan
B
variatie in het landschap aanbrengen
C
het land versnipperen
D
veel kleine natuurgebieden maken

Slide 24 - Quiz