Tropisch regenwoud
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In het regenwoud is het altijd....
A
Droog en koud
B
Warm en vochtig
Slide 2 - Quiz
Wat is het tropische regenwoud?
A
Het is erg warm en er zijn niet zo veel dieren
B
Het is warm en er zijn super veel dieren
C
Het regent vaak en er zijn super veel dieren
D
Het regent vaak en er zijn niet zo veel dieren
Slide 3 - Quiz
Waar kan je een tropisch regenwoud vinden?
A
rond de evenaar
B
in een bos
C
in Europa
D
in warme landen
Slide 4 - Quiz
Hoe groot kunnen bomen worden in het tropische regenwoud?
A
2 meter
B
10 meter
C
20 meter
D
60 meter
Slide 5 - Quiz
Wat komt er NIET uit het tropische regenwoud?
A
Auto's
B
Vruchten: bananen, mango, kaneel, peper
C
Medicijnen
D
Specerijen, cola, rubber
Slide 6 - Quiz
In het tropisch regenwoud leven...
A
veel dieren, weinig planten
B
weinig dieren, veel planten
C
veel dieren, veel planten
D
weinig dieren, weinig planten
Slide 7 - Quiz
Wat is de onderlaag?
A
De grond van het tropisch regenwoud.
B
Een speciale plek in het tropisch regenwoud.
C
De laag van het woud waar de struiken zijn.
D
Het deel direct onder de woudreuzen
Slide 8 - Quiz
Wat heb je geleerd over het tropisch regenwoud? Schrijf het op!
