Rekenen met warmte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 3

Doelen

Je kan rekenen met E = P x t

Je kan rekenen met Q = c x m x dT

Je kan rekenen met een combinatie van beide formules

Programma

• Voorbeeld E = P x t
  
• oefenen E = P x t
  
• Voorbeeld Q = c x m x dT
  
• oefenen Q = c x m x dT
  
• Voorbeeld combinatie
  
• oefenen combinatie
  

E = P x t

E = Energie in joule (J)

P = vermogen in watt (W)

t = tijd in seconden (s)

gegeven:

E = 3500 kJ

t = 15 minuten

P = ?  

E = P x t

Om een liter water aan de kook te brengen is 420000 J nodig. Bereken hoe lang een waterkoker met een vermogen van 2,5 kW daar over doet.

Q = c x m x dT

Q = Energie in Joule (J)

c = soortelijke warmte in J / (g x C)

m = massa in gram (g)

dT = temperatuurverschil in graden Celsius (C)

gegeven

Q = 300 000 J 

c = 4,2 J / (g x C) 

m = 1,5 kg

dT = ?

Q = c x m x dT

gegeven is: Q = 126 000 J
c = 4,2 J / (g x C)
dT is 30 graden C
Bereken de massa

Gegeven:

P = 11 W

c = 4,2 J / (g / C)

m = 15 kg

dT = 30 graden C

Joan vult een waterkoker van 1,7 Liter en een vermogen van 2200W met water van 20 °C. Daarna zet ze het apparaat aan.
Bereken hoelang het minstens duurt voordat het water kookt. Geef je antwoord in minuten.