Les 7 Verkoopprijs

• Verkoopcijfers
• MBO
• Studiejaar 2

Verkoopprijs

Brutowinst over de inkoopprijs

Programma

Wat heb ik vorige keer geleerd?

Nakijken opgaven.

Wat ga ik vandaag leren?

Uitleg

Maken opgaven.

Afsluiten

Hoe bereken ik de brutowinstopslag?

1. Brutowinst : IWO x 100%
2. Brutowinst : Omzet x 100%
3. Brutowinst x IWO : 100%
4. Brutowinst x Omzet : 100%

De inkoopprijs van een product is 20 euro. De brutowinstopslag 25%. Wat is de verkoopprijs?

1. € 45
2. € 15
3. € 25
4. € 30

Een bedrijf heeft 30% brutowinstopslag. Hoeveel % is zijn omzet?

1. 100 - 30 = 70%
2. 100 + 30 = 130%
3. 100%
4. je mist gegevens om dit te kunnen weten

Huiswerkopgaven

Vragen over de opgaven?

Lesdoel

Na deze les kan ik de brutowinstmargeberekenen vanuit de verkoopprijs.

Welke berekening toepassen?

 Wat stel je op 100%?

Is het ‘van de verkoopprijs’ of ‘op de inkoopprijs’?

Is het de brutowinstmarge of de brutowinstopslag?

Ezelsbruggetje: in opslag (inkoopprijs = opslag)

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinst

Voorbeeld

Verwerken

Maken opgaven 15 tm 22

10 minuten

Als af, maak een powerpoint van de 5 belangrijkste begrippen met je eigen uitleg erbij. 

De brutowinstmarge is .......

1. een percentage van de verkoopprijs
2. een percentage van de omzet
3. een percentage van de btw
4. een percentage van de inkoopprijs

De ondernemer berekent een brutowinstmarge van 40%. De inkoopprijs van het te verkopen product bedraagt 60,-. Hoeveel is de brutowinstmarge?

1. 40
2. 50
3. 100
4. Geen van deze antwoorden zijn correct

Willem verkoopt schoenen voor 120 euro. De brutowinstmarge is 40% hoeveel is de brutowinstmarge in in euro?

1. 20 euro
2. 80 euro
3. 48 euro
4. 30 euro

Einde les.

Denk aan het huiswerk!