5. De regering 3C

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

De regering 

Thema politiek, hoofdstuk 5

Wat te doen vandaag:

1. Begrippen vorige week

2. De regering 

3. Opdracht 

4. Pauze 

5. Gesprek op voeten 

In het parlement zitten

1. Volksvertegenwoordigers /kamerleden
2. Minsters en staatssecretarissen
3. Koning en minsters
4. Eerste Kamer & Tweede Kamer

Parlement 

Eerste Kamer + Tweede Kamer 

= 

volksvertegenwoordigers/ kamerleden

Wie kiest het parlement? 

Wie besturen dus het land?

Parlement 

Eerste Kamer + Tweede Kamer 

= 

volksvertegenwoordigers/ kamerleden

Taken van het parlement:

• (mede)wetgeving
• controleren van kabinet

Wie kiest het parlement? 

Wie besturen dus het land?

In het kabinet zitten

1. Volksvertegenwoordigers/ kamerleden
2. Ministers en staatssecretarissen
3. Koning en minsters
4. Eerste Kamer & Tweede Kamer

Kabinet

Ministers en staatssecretarissen 

Kabinet

Ministers en staatssecretarissen 

Taken kabinet:

• Uitvoerende macht 
• Vraagt toestemming voor plannen  aan het Parlement 

Regering 

Koning en ministers 

Regering 

Koning en ministers 

De koning beslist niet mee over de regels en wetten. Dat doet het dagelijks bestuur (het kabinet)

Wat doet de koning

Een handtekening zetten onder alle wetten;

De troonrede voorlezen op Prinsjesdag;

Overleg voeren met de minister-president;

Ons land vertegenwoordigen in het buitenland;

Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Sinds 1815 is Nederland een koninkrijk. Koning Willem-Alexander is het staatshoofd en hij is een belangrijk persoon in ons land. Toch heeft hij vrijwel geen macht. Hij is officieel lid van de regering, maar hij mag zich niet bemoeien met politieke kwesties. Dat komt doordat Nederland een democratie is waar in de volksvertegenwoordiging de besluiten neemt.

De koning heeft wel een aantal belangrijke taken. Hij moet:

Regering 

Koning en ministers 

De regeringspartijen

Ook wel de coalitie 

Opdracht maken

Geprint papier

Opdracht maken

Bespreken 

Geprint papier

Deel 2 les

Vrouwenquotum - positieve discriminatie 

Lesdoelen

Na deze les kunnen jullie.... 

1. een  mening onderbouwen over positieve discriminatie.
2. uitleggen wat het vrouwenquotum inhoudt en dit gebruiken in de onderbouwing van jullie mening. 
3. in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen discriminatie en positieve discriminatie 

Vrouwenquotum

Aan de top van het bedrijfsleven moet minimaal 30% vrouw zijn

Gesprek op voeten

SPELREGELS

Een groot bedrijf zoekt een nieuwe manager om het team aan te sturen. Hiervoor hebben zij een sollicitatieprocedure geopend. Er hebben veel mensen gesolliciteerd en hier is al een selectie in gemaakt. Nu moet de keuze nog gemaakt worden tussen een man en tussen een vrouw. De vrouw heeft al wat meer ervaring in leidinggeven dan de man. Om de man een kans te geven om zich te ontwikkelen wordt de man aangenomen op de functie en daarbij heeft een vrouw toch altijd een kinderwens (en dus kans op uitval)?

Een vrouw heeft altijd een kinderwens?

Een casus. 

Spelregels 

Hoe vonden jullie dit zelf gaan?