H.3: par. 3

3.3 De staat van de farao
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.3 De staat van de farao

Slide 1 - Diapositive

Egypte, een eenheidsstaat
  1. Herhaling par. 3.2
  2. Uitleg par. 3.3
  3.  Maken par. 3.3

Slide 2 - Diapositive

Eén onder de farao
  • De groeiende steden langs de Nijl werkten met elkaar samen om de watertoevoer naar de landbouwgronden te regelen. 
  • Na verloop van tijd ontstonden twee verschillende gebieden: Beneden- en Boven-Egypte. 
  • Narmer, de heerser van Boven-Egypte, versloeg in een oorlog zijn concurrent uit Beneden-Egypte.
  • Narmer, die ook wel Menes werd genoemd, werd koning van heel Egypte. Hij kreeg de titel farao
  • Met zijn overwinning rond 3.000 v.Chr. maakte Narmer alle Egyptische steden en gebieden tot één land, één staat.

Slide 3 - Diapositive

Eenheidsstaat
  • Narmer voerde overal dezelfde regels in en zijn wil was wet op alle terreinen van het leven. Zonder zijn goedkeuring werd geen enkele wet doorgevoerd. 
  • Hij was ook de baas over zijn belangrijkste dienaren, de ministers, die zijn besluiten uitvoerden. 
  • Een derde belangrijke taak was die van rechter. Als opperrechter hield de farao toezicht op de politie en de rechtbanken in het hele land. 
  • Een laatste belangrijke functie van de farao was die van opperbevelhebber van het leger. Daarmee beschermde hij de grenzen van zijn rijk tegen buitenlandse invallen. Vaak probeerde een farao zijn land te vergroten door een oorlog tegen zijn buurlanden te beginnen. Al deze functies in één hand maakten van de farao een oppermachtig alleenheerser.

Slide 4 - Diapositive

De macht van de farao
  • De farao had dus de macht in Egypte. 
  • Hij en zijn familie probeerden hun gezag te behouden en te versterken. 
  • Maar het gezag van de farao werd soms van binnenuit bedreigd. 
  • Hij moest zorgen dat een generaal van zijn leger niet zo sterk werd dat die zelf farao zou kunnen worden. 
  • Vooral vanuit zijn eigen familie loerde het gevaar. De positie van de farao was namelijk erfelijk. Bij zijn dood werd de farao meteen opgevolgd door een familielid. Sommige familieleden wilden daarom de dood van de farao wel eens versnellen......

Slide 5 - Diapositive

Egyptische farao's 
  • Farao Ramses II (ca 1300-1213 v.Chr.) sloeg met zijn leger meerdere aanvallen van buiten af.
  • Rond 330 v.Chr. werd Egypte veroverd door de Macedonische koning Alexander de Grote en was het met de macht van de Egyptische farao's gedaan.
  • De laatste was farao Cleopatra die rond 50 v.Chr. niet kon voorkomen dat het land bezet werd door het Romeinse Rijk.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

De nieuwe farao kende geen genade voor zijn tegenstanders.
  • Rond de farao en zijn familie zaten veel staatsdienaren. De staatsdienaren wilden zo dicht mogelijk bij de farao en diens macht zijn, dus door hard te werken of via vriendjespolitiek. 
  • De farao woonde in schitterende paleizen, die streng bewaakt werden. 
  • Zijn grote leger verbleef in kazernes, verspreid over heel Egypte. Wanneer er ergens in het land onrust was, konden de soldaten daardoor snel ter plaatse zijn. Het leger was net zo wreed als hun farao.
  • Het leger van de farao moest voortdurend aanvallen van omringende volken afslaan. 
  • Rond 330 v.Chr. werd Egypte veroverd door de Macedonische koning Alexander de Grote en was het met de macht van de Egyptische farao's gedaan. De laatste was farao Cleopatra die rond 50 v.Chr. niet kon voorkomen dat het land bezet werd door het Romeinse Rijk.

Slide 8 - Diapositive

Eén land, verschillende groepen
Er is niet alleen verschil in macht in het oude Egypte. De Egyptische samenleving bestaat uit verschillende 'lagen'. Je plek in een sociale laag wordt bepaald door hoe rijk je bent, welk beroep je hebt en met wie je omgaat.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
Maak van hoofdstuk 3 paragraaf 3

Slide 10 - Diapositive

Afsluiting
  • Vragen?
  • Huiswerk: .. 

Slide 11 - Diapositive