Grote Geschiedenis Quiz 2020 klas 3

Ronde 1
1900 - 1939
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ronde 1
1900 - 1939

Slide 1 - Diapositive

De Eerste Wereldoorlog
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.
timer
1:00
...
...
...
...
...
...

Slide 2 - Question de remorquage

Wat zie je op de afbeelding?
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
C
Indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
D
Gevolg van de Tweede Wereldoorlog

Slide 3 - Quiz

Welke moord was de
aanleiding voor het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 4 - Quiz

In 1914 kwamen veel
Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 5 - Quiz

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 6 - Quiz

Ken jij de bondgenootschappen?
timer
0:25
Duitsland
Engeland
Amerika
Geallieerden
Oostenrijk-Hongarije
Rusland
Frankrijk
Centralen
Asmogendheden

Slide 7 - Question de remorquage

Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
zorgen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
B
zorgen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
C
voorkomen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
D
voorkomen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam

Slide 8 - Quiz

Dit tijdschrift is uitgegeven in 1915. Wat zou de maker van deze tekening bedoeld hebben?
A
Nederland was neutraal tijdens WOI.
B
Duitse soldaten controleerden de Nederlandse grens vanwege Belgische en Franse vluchtelingen.
C
Het Nederlandse leger stond vier jaar lang paraat.
D
Het Nederlandse leger liep qua ontwikkelingen erg achter op Frankrijk en Duitsland.

Slide 9 - Quiz

Klik op de vraagtekens om de zinnen te bekijken
Waarom is 1917 een keerpuntjaar?
Sleep de zinnen naar de juiste plek
timer
0:25
Duitsland geeft zich over
Frankrijk geeft zich over
De Verenigde Staten stoppen met de oorlog
Franz-Ferdinand wordt vermoord
Na de Russische Revolutie stopt Rusland met de oorlog
Duitsland wordt bondgenoot van Rusland
De Verenigde Staten doen mee met de oorlog
Nederland wordt neutraal

Slide 10 - Question de remorquage

Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 11 - Quiz

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin

Slide 12 - Quiz


De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 13 - Quiz

Wat stond er niet in het verdrag van Versailles
A
Duitsland moest kolonies inleveren
B
Duitsland moest herstelbetalingen betalen
C
Duitsland moest grondgebied inleveren
D
Het Duitse leger mocht nog maar 1.000.000 soldaten hebben.

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt Duitsland bestuurd na de Eerste Wereldoorlog?
A
Duitsland wordt een monarchie
B
Duitsland krijgt een andere keizer
C
Duitsland wordt een republiek
D
Duitsland krijgt een dictator

Slide 15 - Quiz

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
timer
0:25

Slide 16 - Question de remorquage

De opkomst van Hitler
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je de opkomst van Hitler duidelijk maakt.
timer
1:00
...
...
...
...
...
...

Slide 17 - Question de remorquage

Begrippen
timer
0:25
anti-semitisme
Appeasement politiek
Heims in Reich
Anschluss
Blitzkrieg
niet-aanvalsverdrag (molotov-ribbentrop pact)

Slide 18 - Question de remorquage

Ronde 2
1939 - 1945

Slide 19 - Diapositive

Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalspact?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Sovjet-Unie
D
Tsjechoslowakije

Slide 20 - Quiz

De aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de:
A
Anschluss
B
bezetting Sudetenland
C
aanval op Tsjechië
D
aanval op Polen

Slide 21 - Quiz

Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog

Slide 22 - Quiz

timer
0:25
Winston Churchill
Adolf Hitler
Franklin Roosevelt
Jozef Stalin
Benito Mussolini
Werd in mei 1940 minister-president.
Werd ook wel Il Duce genoemd.
Was de opvolger van Lenin
Werd ook wel Führer genoemd
Is de langstzittende president.

Slide 23 - Question de remorquage

Wat betekent 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging

Slide 24 - Quiz

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 25 - Quiz

Vooraf controleren van de pers
A
Gelijkschakeling
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur

Slide 26 - Quiz

Gebeurtenissen
timer
0:25
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa

Slide 27 - Question de remorquage

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 28 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 29 - Quiz

Ronde 3
1945 - heden

Slide 30 - Diapositive

Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
timer
0:25
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 31 - Question de remorquage

Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
Domino-theorie

Slide 32 - Quiz

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 33 - Quiz

timer
0:25
Westen
Oosten

Slide 34 - Question de remorquage


Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Stalin Rechts: Reagan
B
Links: Gorbatsjov Rechts: Kennedy
C
Links: Gorbatsjov Rechts: Reagan
D
Links: Chroesjtsjov Rechts: Kennedy

Slide 35 - Quiz


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO

Slide 36 - Quiz

Welke
historische gebeurtenis
herken je in de bron?
Gebruik de bron
A
De Japanse aanval op Pearl Harbor
B
De Amerikaanse invasie tijdens de Cubacrisis
C
De Bevrijding van Amsterdam
D
De luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn

Slide 37 - Quiz

De val van de Berlijnse Muur was in ...
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990

Slide 38 - Quiz


Hoe werden de economische hervormingen in de Sovjet-Unie in de tweede helft van de jaren '80 van de 20e eeuw genoemd?
A
Glasnost
B
Gorbatsjov
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 39 - Quiz

timer
0:10
Berlijnse Blokkade
Cuba-crisis

Slide 40 - Question de remorquage

timer
0:10
Val van de Berlijnse Muur
Uiteenvallen van de Sovjet-Unie

Slide 41 - Question de remorquage

Welk persoon wordt hier bedoeld?

Een van de grondleggers van het zionisme, waarover hij in zijn boek Der Judenstaat schreef.
A
Theodor Herzl
B
David Ben-Goerion
C
Yitzhak Rabin
D
Menachim Begin

Slide 42 - Quiz

Welk jaar hoort bij dit kaartje?



(klik op afbeelding voor een grote versie)
A
1947: Dit is het Verdelingsplan van de VN
B
1949: Dit is het resultaat van de Arabisch-Israëlische Oorlog
C
1967: Dit is het resultaat van de Zesdaagse Oorlog
D
1967: Dit is het resultaat van de Suezcrisis

Slide 43 - Quiz


A
Deze persoon heet David Ben-Goerion. Hij richtte na de Tweede Wereldoorlog de staat Israël op.
B
Deze persoon heet David Ben-Goerion. Hij richtte na de Zesdaagse Oorlog de staat Israël op.
C
Deze persoon heet Theodor Herzl. Hij richtte na de Tweede Wereldoorlog de staat Israël op.
D
Deze persoon heet Theodor Herzl. Hij richtte na e Zesdaagse Oorlog de staat Israël op.

Slide 44 - Quiz

Na de Koude Oorlog was voor de Verenigde Staten het communisme niet meer de grootste vijand.

Wat was volgens de Verenigde Staten de 'nieuwe vijand'?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het terrorisme

Slide 45 - Quiz