4BB Writing

Preparing for your writing exam
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Preparing for your writing exam

Slide 1 - Diapositive

Today...
  • Word order
  • How to fill in a form
  • Word translations

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Woordvolgorde

Slide 5 - Diapositive

Woordvolgorde

Slide 6 - Diapositive

Tijd (wanneer) kan ook aan het begin van de zin:
voor extra nadruk.
dan wordt het WANNEER, WIE, DOET, WAT, WAAR

Bijvoorbeeld: 

Next weekend I am going to a party in New York City

Yesterday I finished all of my homework at school

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Choose the sentence with the correct word order.
A
Doesn't she go in the weekends out?
B
Doesn't she go out in the weekends?

Slide 9 - Quiz

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend

Slide 10 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
My sister got last year married.
C
My sister last year got married.

Slide 11 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 12 - Quiz

Choose the sentence with the correct word order.
A
Have ever you read a novel by J.R.R. Tolkien?
B
Have you read ever a novel by J.R.R. Tolkien?
C
Have you read a novel by J.R.R. Tolkien ever?
D
Have you ever read a novel by J.R.R. Tolkien?

Slide 13 - Quiz

a parking place / near the shops / they / find / rarely

Slide 14 - Question ouverte

sometimes / in a garage / Mr Hodges / his car / parks

Slide 15 - Question ouverte

often / have / a cup of tea / they / at the hotel / in the afternoon

Slide 16 - Question ouverte

enjoys / swimming / in our pool / in the morning / she


Slide 17 - Question ouverte

Wat is de juiste volgorde voor Word order?
A
Wat, Waar, Wanneer, Wie
B
Wie, Doet Waar, Wanneer
C
Wie, Doet, Wat, Wanneer, Waar
D
Wie, Doet, Wat, Waar, Wanneer

Slide 18 - Quiz

Fill in a form / Wanneer vul je een formulier in?
  • Bijvoorbeeld wanneer je op vakantie bent in het buitenland en daar wil je een hotel boeken of een auto huren. 
  • Of misschien ben je ergens gevallen en moet je naar het ziekenhuis en daar vragen ze je om een formulier in te vullen.

Slide 19 - Diapositive

Waar moet je op letten als je een formulier invult?
1. Doorlezen:
  • Lees het formulier eerst goed door, daarna pas invullen 
  • Kijk goed wat je waar moet invullen
  • Kijk goed hoe je moet antwoorden: moet je iets invullen, iets aankruisen of doorstrepen?

Slide 20 - Diapositive

Waar moet je op letten als je een formulier invult?
2. Invullen:
  • Houd je antwoord kort (makkelijker te lezen)
  • Adres invullen:
  • In het Nederlands: Kerkstraat 12
  • Engels adres: andersom -> 12, Kerkstraat

Slide 21 - Diapositive

(Vast) Nederlands telefoonnummer:
  • Landcode voor het telefoonnummer.
  • Vervang de eerste 0 van het nummer door 0031.
  • Bijvoorbeeld: 06-20034039, dat wordt:

                                  0031620034039

Slide 22 - Diapositive

Arrival date = aankomstdatum
Departure date: Vertrek datum

Slide 23 - Diapositive

Niet van toepassing:
Is een vraag niet op jou van toepassing, vul je in: N/A

Not applicable

Slide 24 - Diapositive

Kamers = rooms
Standaard tweepersoonskamer  = Double Standard Room
Standaard éénpersoonskamer   = Single Standard Room
Luxueuze suite                            = Luxury Suite
Speciale wensen                         = special preferences
Tijd om in te checken                   = Check in time
Tijd om uit te checken                  = Check out time
Soort betaling                               = Payment type

Slide 25 - Diapositive

In blokletters =
Please print

Slide 26 - Diapositive

Niet verplicht:
Optional

Slide 27 - Diapositive

Indien van toepassing:
If applicable

Slide 28 - Diapositive

Geboortedatum:
Date of birth

Slide 29 - Diapositive

Geslacht = Gender:
Male / Female

Slide 30 - Diapositive

Important!!!
Als je alles hebt ingevuld: controleer alles! 

Slide 31 - Diapositive

Fill in a form
First name: 
Last name: 
Sex  male/female  (cross out what does not apply)
Date of birth: 
Address: 
City: 
Country: 
Phone number: 


Pay attention!
Neem het formulier even door. Kijk goed of je wat moet invullen, doorstrepen of aanvinken. 

Een Nederlands adres is de straat gevolgd door huisnummer. In het Engels is dat andersom. 

Wordt de postcode niet apart gevraagd? Zet hem dan achter de straat en het huisnummer. 

Zet bij je telefoonnummer altijd de landcode: 0031673839373

Iets niet van toepassing? > N/A

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat betekent: Please print?

Slide 34 - Question ouverte

Wat betekent: Fill in your last name:

Slide 35 - Question ouverte

Vertaal: first name:

Slide 36 - Question ouverte

Vertaal: Postal code / zip code

Slide 37 - Question ouverte

Which country do you live in? (In English)

Slide 38 - Question ouverte

Vul in: Date of birth

Slide 39 - Question ouverte

What's your nationality?

Slide 40 - Question ouverte

What's your gender (sex)?

Slide 41 - Question ouverte

Form
Wat vul je in bij 'country of birth'?

Slide 42 - Question ouverte

Vertaal:
standaard tweepersoonskamer

A
Double standard Room
B
Single Standard Room
C
Luxury Suite
D
Tweepersoonskamer

Slide 43 - Quiz

Vertaal: Single Standard Room

A
Single Standard Room
B
Double Standard Room
C
Standaard tweepersoonskamer
D
Luxueuze suite

Slide 44 - Quiz

Vertaal: if applicable
A
Vertrekdatum
B
Niet verplicht
C
Schrijf in blokletters
D
Indien van toepassing

Slide 45 - Quiz

Wij gaan verder met oefenen
Online: 
All Right - Writing - Voorbeeldexamens - Opdracht 2

Slide 46 - Diapositive