Les 3: 5.1 Geschiedenis van de pluriforme samenleving (deel 2)

Geschiedenis van de pluriforme samenleving

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis van de pluriforme samenleving

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van de les
Tijdens deze les behandelen wij:
Paragraaf 5.1 - Geschiedenis van de pluriforme samenleving (deel 2)

Na deze paragraaf weet je:
Wat een pluriforme samenleving inhoudt;
Hoe Nederland een pluriforme samenleving is geworden;

Slide 2 - Diapositive

Na de Tweede wereldoorlog

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Migreren naar Nederland

Waarom migreren mensen?

Economische factoren:
Armoede in eigen land.
Tekort aan specialistische kennis in een ander land.

Sociale factoren:
Hereniging met familie.
Trouwen.

Politieke factoren:
Oorlog.
Bedreiging als minderheid of door (politieke) overtuiging.


Slide 5 - Diapositive

Migratie na de Tweede Wereldoorlog

De nieuwkomers die na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland kwamen, kunnen we indelen in:

  • Migranten uit de vroegere koloniën.
  • Gastarbeiders en gezinnen.
  • Vluchtelingen en asielzoekers.

Slide 6 - Diapositive

Migratie uit de voormalige koloniën

Slide 7 - Diapositive

Gastarbeiders

In de jaren 50 emigreren zo'n 350.000 Nederlanders naar landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. 

Daarnaast kenmerkt de jaren 60 zich door een snelle economische groei met een tekort 
aan arbeiders tot gevolg in Nederland.

Daarom vragen wij gastarbeiders naar Nederland te komen om 
te werken:
  • Mensen komen naar Nederland voor een betere baan.
  • Veel gastarbeiders kwamen uit Italië, Spanje, Griekenland en Joegoslavië. 
  • Later ook arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko. 

Slide 8 - Diapositive

Tijdelijk wordt permanent
De gastarbeiders zouden maar tijdelijk in Nederland blijven om te werken. Maar de werkgevers blijven hun contracten verlengen.

In de jaren 70 en 80 krimpt de economie van Nederland. Veel gastarbeiders kiezen er echter voor om in Nederland te blijven en niet terug te keren naar hun land van herkomst. Zeker ook omdat het vanaf 1974 mogelijk werd om de eigen familie naar Nederland te laten komen.

In Nederland klinkt daarna veel kritiek op de gastarbeiders. Ze zouden niet goed ingeburgerd zijn.

Slide 9 - Diapositive

Vluchtelingen en asielzoekers

Vluchtelingen 
Mensen die hun land verlaten onder druk van oorlog en geweld.

Nederland heeft o.a. vluchtelingen uit:
Irak
Syrië
Noord-Afrika

Slide 10 - Diapositive

Hoe noemen we het, wanneer de familieleden van een man ook naar Nederland komen?
A
Ecologische migratie
B
Politieke migratie
C
Sociale migratie
D
Economische migratie

Slide 11 - Quiz


A
Het aantal asielaanvragen daalde in 2013-2015 wegens politieke motieven voor migratie
B
Het aantal asielaanvragen steeg in 2013-2015 wegens politieke motieven voor migratie
C
Het aantal asielaanvragen steeg in 2013-2015 wegens economische motieven voor migratie
D
Het aantal asielaanvragen steeg in 2013-2015 wegens persoonlijke motieven voor migratie

Slide 12 - Quiz

Welke term gebruiken we tegenwoordig in plaats van het woord 'allochtoon'?

A
Persoon van buitenlandse afkomst
B
Persoon met een migratie-achtergrond.

Slide 13 - Quiz

Je bent iemand met een migratie-achtergrond als een van je ouders in het buitenland is geboren.

A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Dennis heeft een vader die geboren is in Duitsland. Zijn moeder is Nederlandse. Dennis is zelf geboren in Nederland. Dennis is
A
iemand met een migratie-achtergrond
B
een autochtoon

Slide 15 - Quiz

Welke vroegere kolonie hoort nog steeds bij Nederland?
A
Indonesië
B
Suriname
C
De Nederlandse Antillen
D
Ghana

Slide 16 - Quiz

Selia haar opa en oma kwamen uit Indonesië naar NL. Reden?
A
Gevaar
B
Gezinsvorming
C
Werk
D
Kolonie

Slide 17 - Quiz

"Mijn moeder is vanuit Suriname naar Nederland gekomen na 1970"
A
Verhuizen vanwege oorlog
B
Verhuizen vanwege gezinshereniging
C
Verhuizen vanwege voormalig kolonie

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Lien