Grammatica woordsoorten herhaling

Wat gaan we doen?
Terugblik en vooruitblik
Vraag 4 leesboek volgende week dinsdag inleveren
Grammatica woordsoorten herhaling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Terugblik en vooruitblik
Vraag 4 leesboek volgende week dinsdag inleveren
Grammatica woordsoorten herhaling

Slide 1 - Diapositive

Vooruitblik en terugblik
Antwoorden proeftoets lezen in Teams. Vragen over leesvaardigheid of over de proeftoets? Benader mij via de chat!
Deadline vraag 4 leesboek: volgende week dinsdag.
Vanafd deze week: beginnen met grammatica woordsoorten. Deze les huiswerk voor woensdag en volgende week krijg je een werkboekje over woordsoorten.

Slide 2 - Diapositive

Welke woordsoorten ken je nog van voor de kerstvakantie?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Werkwoorden
Er zijn drie soorten werkwoorden
- zelfstandig werkwoord (zww, belangrijkste ww in de zin)
- hulpwerkwoord (hww, helper)
- koppelwerkwoord (kww, belangrijkste ww in de zin)

Gezegde
Zin met 1 ww
Zin met 2 of meer ww
WG
zww
zww + hww('s)
NG
kww
kww + hww('s)

Slide 7 - Diapositive

Koppelwerkwoord (kww)
Een kww koppelt het onderwerp aan een bn.
Het onderwerp doet niet iets, maar is iets.

Bijvoorbeeld:
De jongen is ziek. is = kww
De jongen is altijd cool geweest.  is = hww, geweest = kww

Slide 8 - Diapositive

Koppelwerkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Verschil kww en zww
Het onderwerp is iets  --> belangrijkste ww = kww
Het onderwerp doet iets --> belangrijkste ww = zww

De jongen is ziek. is = kww
De jongen IS iets.
De jongen loopt over straat. loopt = zww
De jongen DOET iets.

Slide 10 - Diapositive

Hoe vind je zww/kww?
1. Zoek het onderwerp
2. Zoek het belangrijkste werkwoord
3. Staat dat ww in het rijtje koppelwerkwoorden?
Nee? --> Zww. Ja? Zie 4.
4. Doet het onderwerp iets? Ja --> zww
    Is het onderwerp iets? Nee --> kww

Slide 11 - Diapositive

Let op! Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Kijk altijd goed of je een samengestelde of een enkelvoudige zin hebt. In een samengestelde zin staan minstens twee persoonsvormen en er staat vaak een voegwoord in. In een samengestelde zin kun je dus veel werkwoorden tegenkomen. Bekijk deze zinnen altijd los van elkaar.
Voorbeeld:
Omdat ik morgen ga (hww) bungeejumpen(zww), ben (kww) ik heel erg zenuwachtig.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat ga je nu doen?
Maak het oefenstencil grammatica woordsoorten.
Staat in Teams bij bestanden. Het huiswerk maak je in je schrift! Lever de uitwerkingen uiterlijk woensdag in via Teams Opdrachten (o/v/g).

Slide 17 - Diapositive