NK1hv-Kapitel 2-8

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Rückblick

Je hebt de opdrachten gemaakt van Seite 38-41/D Lesen

Op de volgende dia's krijg je per Aufgabe 

de juiste antwoorden te zien.

Controleer en verbeter de opdrachten in je boek.

Kontrolliere und verbessere

Aufgabe 14

a

1 weetjes over broers en zussen

2 Eigen antwoord

b

10-4 is de internationale dag van de broers en zussen.

13,3 miljoen kinderen zijn er in Duitsland.

100 is het gemiddelde IQ van jongste kinderen.

2008 is het jaar waarin Amerikaans gezinsonderzoek werd gedaan.

250.000 IQ-tests hebben Noorweegse onderzoekers afgenomen.

c

1 B

2 B

3 A

4 B

5 B

d

Eigen antwoord

Kontrolliere und verbessere

Aufgabe 15

a

1 F houden van

2 A leuk zijn

3 K een kwart

4 T het aantal

5 E slim

6 N klopt

b Fakten – feiten

Kontrolliere und verbessere

Aufgabe 16

1 Oudste kinderen hebben een hoger IQ dan hun jongere broertjes en zusjes.

2 Steeds meer kinderen zijn enig kind, vooral in de grote steden.

3 Jongste kinderen doen vaker extreme sporten en houden van risico’s.

4 Jongens zijn vaker lid van een sportteam als ze oudere broers of zussen hebben.

5 Enig kinderen hebben meer doorzettingsvermogen dan gemiddeld.

Wo hast du das gefunden?

Voor Seite 41/Aufgabe 17 moest je 

op internet op zoek naar de 

plaatsnaam Berlin.

Die had je hier kunnen vinden.

https://plaatsenzoeker.nl/called.php?qcity=Berlin 

(zie volgende dia)

plaatsenzoeker.nl

Kontrolliere und verbessere

Aufgabe 17

1 steden met dezelfde naam

2 eigen antwoord, bijvoorbeeld Berlin – Chili / Argentinië, Canada, Zuid-Afrika, Rusland, ...

3 Frankfurt am Main (Hessen) – Frankfurt an der Oder (Brandenburg)

4 Eigen antwoord

Es wird Zeit für einen 

Je hebt nu enkele malen 

Seite 60-61 Lernliste N-D en D-N 

moeten leren.

Jouw woordenschat zal flink gegroeid zijn. 

Dat gaan we de volgende les toetsen.

Nu even een voorproefje.

Vertaal in het Duits:
de broer

Vertaal in het Duits:
de neef

Vertaal in het Duits:
de halfzus

Vertaal in het Duits:
de vriendin

Vertaal in het Duits:
het meisje

Vertaal in het Duits:
de grootouders

Vertaal in het Nederlands:
vielleicht

Vertaal in het Nederlands:
wichtig

Vertaal in het Nederlands:
die Verwandten

Vertaal in het Nederlands:
Fußballmannschaft

Geef nu de meervoudsvorm:
der Junge

Geef nu de meervoudsvorm:
der Onkel

Geef nu de meervoudsvorm:
die Mutter

Geef nu de meervoudsvorm:
das Kind

Mijn woordenschat Duits ...

... is helemaal in orde

... heeft nog wat aandacht nodig

... zorgt voor hoofdpijn

Noch mehr üben mit Wörtern

Binnenkort maak je een SO over de woordenlijst.

De woorden moet je kunnen schrijven/typen.

Seite 60/B Wortschatz wordt N-D gevraagd.

Seite 60-61/A + C + D + H Lesen wordt D-N gevraagd.

Kies een oefenmanier die bij jou past!!

(Mehr) Üben mit Grammatik

Open je boek op Seite 45-46-47.

Maak Aufgaben 24-25-26-27 (natuurlijk foutloos!!)

Bij Aufgabe 24 hoort een video. 

Die vind je in Classroom -> Schoolwerk -> Kapitel 2

Alles fertig und Zeit übrig?

• Ga naar Classroom/Schoolwerk/WOORDEN en ZINNEN oefenen: oefen met CRAM --> Seite 60/B Wortschatz
• Oefen met HABEN en SEIN als je nog geen voldoende had
• Kies in Classroom een activiteit 

HAUSAUFGABEN

Es gibt keine Hausaufgaben für die nächste Stunde, 

denn das ist gerade nach den Herbstferien.