Afsluiting Hoofdstuk 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Afsluiting H3 mengsels scheiden

Zout water is een homogeen mengsel

1. Waar
2. Niet waar

Nevel is homogeen mengsel

1. Waar
2. Niet waar

Wat is GEEN eigenschap van een heterogeen mengsel

1. De twee bestanddelen zijn te herkennen in het mengsel
2. Het mengsel kan uit zichzelf gaan ontmengen
3. Een heterogeen mengsel is altijd troebel
4. In een heterogeen mengsel zijn de moleculen verdeeld

Wat voor type mengsel zien we hiernaast?

1. Een emulsie
2. Een heterogeen mengsel
3. Een homogeen mengsel
4. Een suspensie

Welk begrip hoort bij deze uitleg:
Een mengsel van gesmolten metalen

Wat zie je hiernaast afgebeeld?

1. Het scheiden van een mengsel
2. Een chemische reactie
3. Het mengen van een homogeen en een heterogeen mengsel
4. Een fotolyse

Een zak winegums van 0,25 kg bevat 95 gram suiker. Wat is het massa% suiker in de zak winegums

Het volumepercentage alcohol in bier is 5 vol%. Als je een glas bier van 333 mL besteld, hoeveel mL alcohol zit hier dan in?

Om oploskoffie te maken moet je 16 gram oploskoffie toevoegen aan 200 mL water. Wat is de concentratie is g/L?

Op basis van welke scheidingsmethode kan je bezinken?

1. Op basis van deeltjesgrootte
2. Op basis van volume
3. Op basis van massa
4. Op basis van dichtheid

Op basis van welke stofeigenschap kan je filtreren?

1. Op basis van deeltjesgrootte
2. Op basis van kookpunt
3. Op basis van oplosbaarheid
4. Op basis van dichtheid

Wat blijft er achter in het filter?

1. De vaste stof
2. De vloeistof
3. Het filtraat
4. Het residu

David heeft een mengsel van een vaste stof in een vloeistof. Hij wilt dit graag scheiden maar hij heeft hier weinig tijd voor. Voor welke scheidingsmethode moet David kiezen?

1. Bezinken & afschenken
2. Filtreren

Ilse heeft 100L van krijt (een vaste stof) in water. Ze wilt dit graag scheiden. Welke scheidingsmethode kan ze het beste kiezen?

1. Bezinken & afschenken
2. Filtreren

Welk mengsel kan je scheiden met bezinken en filtreren?

1. Emulsie
2. Suspensie
3. Oplossing
4. Legering

Welk mengsel kan je scheiden door in te dampen?

1. Emulsie
2. Suspensie
3. Oplossing
4. Legering

Welk mengsel kan je scheiden door te destilleren

1. Homogeen mengsel
2. Heterogeen mengsel

Waar bevindt zich de stof met het laagste kookpunt bij het destilleren?

1. In het residu
2. In het destillaat
3. In het filtraat
4. In de koeler

Welke scheidingsmethode gebruik je om te scheiden op basis van kookpunt?

1. Adsorberen
2. Extraheren
3. Indampen
4. Destilleren

Karin heeft een mengsel van een vaste stof opgelost in een vloeistof. Ze wilt het graag scheiden, welke scheidingsmethode moet Karin gebruiken?

1. Indampen
2. Destilleren
3. Filtreren
4. Bezinken

Wat doet de koeler?

Op basis van welke stofeigenschap is extraheren gebaseerd?

1. Op basis van massa
2. Op basis van kookpunt
3. Op basis van oplosbaarheid
4. Op basis van brandbaarheid

Na het extraheren moet je vaak nog een extra stap uitvoeren. Wat is die stap?

1. Je moet het dan nog goed afschenken
2. Het extractiemiddel verwijderen
3. Het oplosmiddel verwarmen
4. Het mengsel filtreren

Op basis van welke stofeigenschap is adsorberen gebaseerd?

1. Op adsorptievermogen
2. Op absorptievermogen
3. Op basis van aanhechtingsvermogen
4. Op basis van koppelvermogen

Welke type stoffen kan je met behulp van adsorberen ergens uit halen?

1. Zoetstoffen
2. Geurstoffen
3. Kleurstoffen
4. Smaakstoffen

Het adsorptiemiddel plakt aan de oplossing vast waardoor de geur-, kleur- en smaakstoffen eruit kunnen worden gehaald

1. Waar
2. Niet waar

Sandra heeft per ongeluk wijn gekocht met een hoog alcoholpercentage. Met welke scheidingsmethode kan ze het alcoholpercentage lager maken?

1. Filtreren
2. Extraheren
3. Indampen
4. Destilleren

Jan heeft bij de snoepwinkel een grote zak Skittles gekocht. Hij vindt de paarse het allerlekkerst dus die eet hij als eerste op. Van welke stofeigenschap heeft Jan gebruik gemaakt?

Sven werkt in de keuken van een restaurant en moet een slasaus maken. De concentratie zout in de slasaus is 4,3 g/L. Sven heeft 620 mL nodig. Hoeveel zout moet hij toevoegen?

Jullie weten allemaal dat de toets pas de eerste les na de toetsweek is!

1. Tuurlijk, ik heb goed opgelet in de les
2. Het staat al in mijn agenda
3. Ehm dat was ik vergeten maar ik ga het nu opschrijven
4. Dat wist ik nog niet oeps! Gelukkig weet ik het nu en zorg ik dat ik goed heb geleerd