eerste hulp verlenen

Eerste hulp verlenen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Eerste hulp verlenen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van de les
  • Doelen bespreken 
  • Stappen eerste hulpverlening
  • Oefenen vaardigheden 

Slide 2 - Diapositive

Doelen 
  1. Aan het einde van de les kan je de abc stappen uitleggen van eerste hulpverlening. 
  2. Aan het einde van de les kan je de volgende vaardigheden toepassen: rautek, rugklappen&buikstoten, boomstamrol, stabiele zijligging, reanimatie volwassene en inzetten van AED.
  3. Aan het einde van de les kan je benoemen waarom je deze vaardigheden inzet en wanneer.

Slide 3 - Diapositive

een slachtoffer... En wat nu?
Wat is de eerste stap in eerste hulpverlening volgens jou?

Slide 4 - Question ouverte

STOP procedure
Stap 
Procedure
actie/toestand
1
Situatie
Haal diep adem en denk aan de te volgen stappen. Overzie de situatie en onderneem geen overhaaste acties.
2
Taak
Neem de plaats van het ongeval in je op en let daarbij op:
         1. Zijn er beperkingen voor mijzelf of de omgeving? 
        2. Zijn er gevaren?
3
Ongeval Management
Wat is er gebeurd?
4
Preventie
Bescherm jezelf (PBM) en het slachtoffer en voorkom verder letsel.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn allemaal PBM's?

Slide 6 - Carte mentale

ABC
Awareness = Bewustzijn  

  • Probeer contact te maken met het slachtoffer, doormiddel van aanspreken en aantikken




Alert 
is bewust van omgeving en tijd
Verbal
reageert op aanspreken maar niet op omgeving 
Pain
reageert alleen op pijnprikkels
Unresponsive
geen enkele reactie, bewusteloos

Slide 7 - Diapositive

ABC
Breathing= Ademen


  • Controleren of de lucht weg vrij is -> HKKL (hoofd kantel kin lift)
  • Controleren of er een ademhaling is. -> KLV (kijken luisteren en voelen)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

ABC
Breathing= Ademen


  • Luchtweg dicht? start verslikking procedure.
  • 5x rug klappen 5x buikstoten 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

ABC
Circulation = Circulatie

  • Is er een circulatie?
  • Vaak wanneer het slachtoffer geen ademhaling heeft is er sprake van een circulatiestilstand
  • Agonale ademhaling (Gasping) komt in 40% van de gevallen voor. Is een teken van een circulatie stilstand!!

Slide 14 - Diapositive

Reanimatie 
30 borstcompressies 
  • Zet je handen midden op de borstkas.
  • Duw het borstbeen 5 à 6 centimeter in.
  • Doe dit 30 keer in een tempo van 100-120 keer per minuut.

2 beademingen
  • Doe de kinlift (zie stap 3) en knijp de neus dicht.
  • Beadem 2 keer. Adem normaal in en adem in 1 seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt.
  • Onderbreek de borstcompressies hiervoor nooit meer dan 10 seconden.
  • Ga door met reanimeren en wissel steeds 30 borstcompressies af met 2 beademingen.

Slide 15 - Diapositive

AED
AED analyseert hartritme
  1. Schok geadviseerd 
  2. geen schok geadviseerd

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Hoe controleer je of een bewusteloos slachtoffer nog ademt?
A
Leg je oor op de borst van het slachtoffer.
B
Schud het slachtoffer voorzichtig wakker.
C
Tik voorzichtig op het voorhoofd van het slachtoffer.
D
Kijk, luister en voel of de borstkas op en neer gaat.

Slide 18 - Quiz

Hoe bevestig je de elektroden op het lichaam van het slachtoffer?
A
Op de buik van het slachtoffer.
B
Op de benen van het slachtoffer.
C
Beide op de rug van het slachtoffer.
D
Eén op de rechterborst en één op de linkerzijde van de borstkas.

Slide 19 - Quiz

Wat moet je doen als een bewusteloos slachtoffer nog ademt?
A
Het slachtoffer rechtop laten zitten.
B
De luchtweg vrijmaken en in stabiele zijligging leggen.
C
Direct mond-op-mond beademing toepassen.
D
Het slachtoffer op de buik draaien.

Slide 20 - Quiz

Hoe diep moeten de borstcompressies zijn tijdens reanimatie?
A
Precies 10 cm
B
Minimaal 5 cm
C
Niet dieper dan 3 cm
D
Maximaal 2 cm

Slide 21 - Quiz

Wat betekent de 'B' in ABC stappen eerste hulpverlening?
A
Bewegingsvrijheid beperken
B
Beademen van het slachtoffer
C
Bloedcirculatie controleren
D
Beoordelen van de ademhaling

Slide 22 - Quiz

Hoe vaak moet je de borstcompressies uitvoeren per minuut?
A
Meer dan 120 keer
B
Minimaal 100 keer
C
Precies 50 keer
D
Maximaal 80 keer

Slide 23 - Quiz

Wat is de eerste stap bij het benaderen van een bewusteloos slachtoffer?
A
Bel direct een ambulance.
B
Schud het slachtoffer voorzichtig wakker.
C
Controleer of de omgeving veilig is.
D
Roep om hulp naar omstanders.

Slide 24 - Quiz

Waarom moet je een bewusteloos slachtoffer in stabiele zijligging leggen?
A
Om het slachtoffer beter te kunnen observeren.
B
Om te voorkomen dat de luchtweg geblokkeerd raakt.
C
Om de hartslag van het slachtoffer te controleren.
D
Om het slachtoffer comfortabel te laten liggen.

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste verhouding tussen borstcompressies en beademingen?
A
15:1
B
30:2
C
10:3
D
20:4

Slide 26 - Quiz

Wanneer moet je stoppen met reanimeren?
A
Als het slachtoffer begint te bewegen
B
Na 5 minuten
C
Bij vermoeidheid
D
Als professionele hulpverleners het overnemen

Slide 27 - Quiz

Hoe heb je de les ervaren?

Slide 28 - Question ouverte

Tips?

Slide 29 - Carte mentale

Tops?

Slide 30 - Carte mentale

Doelen 
  1. Aan het einde van de les kan je de abc stappen uitleggen van eerste hulpverlening. 
  2. Aan het einde van de les kan je de volgende vaardigheden toepassen: rautek, rugklappen&buikstoten, boomstamrol, stabiele zijligging, reanimatie volwassene en inzetten van AED.
  3. Aan het einde van de les kan je benoemen waarom je deze vaardigheden inzet en wanneer.

Slide 31 - Diapositive

Zijn de lesdoelen behaald?

Slide 32 - Question ouverte

Zijn er nog vragen?

Slide 33 - Diapositive