Voorkennis erfelijkheid en evolutie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Voorkennis erfelijkheid en evolutie

Neem blz. 166+167 voor je en vul de juiste antwoorden in

LEERDOELEN

1 Je kunt de verschillen uitleggen tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.

2 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.

3 Je kunt uitleggen wat genotype en fenotype zijn.

4 Je kunt de verschillen benoemen tussen mitose en meiose.

5 Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

In de onderbouw heb je al geleerd over onderwerpen die te maken hebben met erfelijkheid en evolutie. Je hebt deze kennis nodig voor dit thema. Wil je snel controleren wat je nog weet? Bekijk dan het voorkennisfilmpje of maak de voorkennistoets.

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
a) Twee geslachtscellen versmelten.

1. Geslachtelijke
2. Ongeslachtelijke
3. Beide

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
b) Er vindt bevruchting plaats.

1. Geslachtelijke
2. Ongeslachtelijke
3. Beide

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
c) De nakomelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.

1. Geslachtelijke
2. Ongeslachtelijke
3. Beide

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
d) De nakomelingen hebben verschillende erfelijke eigenschappen.

1. Geslachtelijke
2. Ongeslachtelijke
3. Beide

1 Je kunt de verschillen uitleggen tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.

😒🙁😐🙂😃

Bevruchte eicel

Zaadcel

Chromosoom

Bevruchting

Celkern

1

2

3

4

5

2 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.

😒🙁😐🙂😃

1 In deze cel komen de chromosomen enkelvoudig voor (12 letters).

2 Mannelijk geslachtschromosoom (1 letter).

3 Lange dunne ‘draden’ in de celkern (11 letters).

4 Stof die de informatie bevat voor erfelijke eigenschappen (3 letters).

5 De stukjes DNA die samen de erfelijke informatie bevatten voor een erfelijke eigenschap (3 letters).

6 De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme (8 letters).

7 Alle eigenschappen van een organisme, zoals het uiterlijk (8 letters).

3 Je kunt uitleggen wat genotype en fenotype zijn.

😒🙁😐🙂😃

1 Een andere naam voor de gewone celdeling is .

1. Meiose
2. Mitose

Een andere naam voor de reductiedeling is

1. Meiose
2. Mitose

2 Bij de reductiedeling worden.......... gevormd.

1. geslachtscellen
2. lichaamscellen

Bij de gewone celdeling worden........ gevormd.

1. geslachtscellen
2. lichaamscellen

3 In de dochtercellen komen de chromosomen in paren voor.

1. gewone celdeling
2. reductiedeling

4 Eerst gaan de chromosomen van elk paar uit elkaar en daarna de DNA-ketens van elk chromosoom.

1. gewone celdeling
2. reductiedeling

5 Het doel van deze celdeling is de vorming van nieuwe cellen voor groei, vervanging en herstel.

1. gewone celdeling
2. reductiedeling

4 Je kunt de verschillen benoemen tussen mitose en meiose.

😒🙁😐🙂😃

aWelke gemeenschappelijke voorouder leefde het kortst geleden?
de voorouder van de:

1. lynx en de huiskat
2. Bengaalse kat en de huiskat

bWelke katachtige is het meest verwant aan de huiskat? En welke het minst?
1 Het meest verwant aan de huiskat is de

1. Bengaalse kat
2. lynx
3. poema

bWelke katachtige is het meest verwant aan de huiskat? En welke het minst?
2 Het minst verwant aan de huiskat is de

1. Bengaalse kat
2. lynx
3. poema

c. Hoe meer het DNA van twee soorten overeenkomt, hoe ..................geleden hun gemeenschappelijke voorouder leefde.

1. korter
2. langer

d Van welke katachtige komt het DNA het meest overeen met dat van de lynx?

1. Bengaalse kat
2. lynx
3. poema

5 Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

😒🙁😐🙂😃