Maatschappijleer

Maatschappijkunde | Paragraaf 7
Voor de rechter! 


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Maatschappijkunde | Paragraaf 7
Voor de rechter! 


Slide 1 - Diapositive

Herhaling paragraaf 6
- Wat zijn de taken en bevoegdheden van de politie?
- Wat is de taak van een OvJ? 


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen paragraaf 7
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat er gebeurt als je van de OvJ naar de rechter moet.

- Aan het einde van de les weet je hoe een rechtszaak werkt. 

Slide 3 - Diapositive

Dagvaarding
Als de Officier van Justitie besluit te vervolgen, krijg je een dagvaarding. Je moet dan voor de rechtbank verschijnen. 

Officier van Justitie wordt Openbaar Aanklager namens het OM. 


Slide 4 - Diapositive

Rechtsinstanties 
Drie rechterlijke instanties:
- Rechtbanken;
- Gerechtshof;
- Hoge raad. 

Slide 5 - Diapositive

Rechtbanken
Elke rechtbank heeft verschillende soorten strafrechters:

Soort rechtbank
       Toelichting  
Kantonrechter
Behandelt lichte overtredingen, zoals wildplassen, te hard rijden of in beroep gaan tegen boetes. 
Politierechter 
Overtredingen en lichte misdrijven die maximaal 1 jaar gevangenisstraf kunnen krijgen. 
Meervoudige kamer 
Zwaardere en ingewikkeldere misdrijven, zoals moord, mishandeling of verkrachting. 

Slide 6 - Diapositive

Gerechtshof
Als je na je rechtszaak in hoger beroep wil, kan je als verdachte en als Officier van Justitie (OvJ) naar het gerechtshof.

Je kan als verdachte in beroep als je de straf te hoog vindt. Als OvJ als de straf te laag is. 

Meervoudige kamers, enkelvoudige kamers.

Slide 7 - Diapositive

Hoge Raad
Den Haag

Kan eventueel de uitspraak van het gerechtshof casseren (vernietigen). Kan niet de straffen verhogen/verlagen.

Kijkt of alle procedures goed gevolgd zijn. 

Kijkt ook naar jurisprudentie: zijn in andere zaken soortgelijke straffen gegeven?

Slide 8 - Diapositive

De rechtszaak
Twee partijen: Officier van Justitie & de verdachte met zijn advocaat. Beide proberen gelijk te krijgen. De rechter beslist uiteindelijk.

Iedere zaak is openbaar, behalve zaken door de kinderrechter.

Rechters dragen een toga, maar waarom?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Stappen rechtszaak (1 t/m 4)
Stap
Uitleg
De opening

De rechter opent de zaak en leest de gegevens van de verdachte voor. Zegt dat hij niet verplicht is alle vragen te beantwoorden.
De aanklacht 
Tenlastelegging, de OvJ leest de aanklacht voor die voor de verdachte geldt.
Verhoor van getuigen en deskundigen
Nadat de aanklacht voorgelezen is, mag de rechter, officier van justitie en advocaat vragen stellen aan de getuigen en deskundigen. Getuigen hebben iets zien gebeuren en staan onder ede tijdens de rechtszaak. Liegen = maximaal 6 jaar gevangenisstraf. 
Verhoor verdachten 
De verdachte wordt ondervraagd door de rechter, officier van justitie en ten slotte door zijn eigen advocaat. Hij staat niet onder ede en mag zelfs liegen. 

Slide 11 - Diapositive

Stappen rechtszaak (5 t/m 8)
Stap
Uitleg
Het requisitoir
Een toespraak waarin de OvJ alle feiten op een rij zet, zijn mening geeft over het bewijs en daarna een straf eist. 
Het pleidooi
De advocaat komt op voor het belang van de verdachte. Advocaat probeert strafvermindering te krijgen voor zijn client of vrijspraak. 
Het laatste woord
De verdachte heeft het laatste woord. Hij kan zeggen dat hij onschuldig is of spijt heeft. Hij kan ook de rechter overtuigen dat zijn straf nadelig zal uitpakken.
De uitspraak
De rechtbank komt met het vonnis: de uitspraak van de rechtbank. Als een verdachte niet bij de uitspraak is, noemen we dat een veroordeling bij verstek. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Het vonnis
Om tot een vonnis te komen, moet de rechter de volgende vragen beantwoorden:

Vraag
Toelichting
Is er voldoende bewijs? 
Er moet voldoende bewijs zijn wil de verdachte veroordeeld worden. Als er te weinig bewijs is, wordt iemand vrij gesproken.
Gaat het om een strafbaar feit? 
Is wat degene gedaan heeft strafbaar, of niet? Een juwelier die een dief een klap geeft is niet strafbaar. 
Is de dader strafbaar? 
Hoe is de dader tot zijn daad gekomen? Stel dat iemand geestelijk niet in orde was (ontoerekeningsvatbaar), kan hij/zij TBS krijgen.
Welke straf of maatregel wordt er opgelegd?
Als de 3 vragen hierboven met 'ja' worden beantwoord, wordt er gekeken welke straf hij krijgt. 
Afhankelijk van hoevaak en of de verdachte spijt heeft.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
Wat?
Maken examenopgaven en opdracht 9.
Waarom? 
Je oefent met de examenopgaven en gaat zo nog beter voorbereid de examens in.
Hoe?
Zelfstandig en stil tijdens de examenopgaven. Daarna mag je samenwerken.
Hulp?
Vragen mag je stellen als je je vinger opsteekt, maar niet tijdens de examenopgaven.
Tijd?
15 minuten
Uitkomst?
Je hebt de examenopgaven gemaakt en hier goed mee geoefend. 
Klaar?
Vul alvast de bekende begrippen in bij de samenvatting.

Slide 17 - Diapositive