VTI2 -K5 Paragraf E: Grammatik A+B

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2 - Woche 2 - Stunde 2

Alles Gute im neuen Jahr!

Planung

Grammatik: Paragraf E

• Erklärung: ein(e) + kein(e) & bezittelijk voornaamwoord
• Machen: Paragraf E: Grammatik Aufgabe 19 t/m 29

Ziele

• Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.

• Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.

bezittelijk voornaamwoorden

(on)bepaald lidwoord 

Je kent de Duitse bepaalde lidwoorden der, die, das al.

- der = mannelijk lidwoord --> der Mann, der Stier, der Montag...

- die = vrouwelijk lidwoord --> die Frau, die Kuh, die Freiheit... (ook meervoud)

- das = onzijdig lidwoord -->  das Lies, das Männlein

De bepaalde lidwoorden kan je ook vervangen door het lidwoord 'een' te gebruiken. 'Een' is het onbepaalde lidwoord. Het verwijst naar een willekeurig exemplaar van het zelfstandig naamwoord.

ein(e) & kein(e)

• Het onbepaald lidwoord 'een' vertaal je in het Duits met: ein OF eine.

• Het woord 'geen' vertaal je in het Duits met: kein OF keine.

Voorbeeld: 

- ein Vater (m) - eine Mutter (v)

- ein Lied (o)  - keine Lieder (mv)  

- ein Teller (m)  - eine Flasche (v)

Samenvatting

	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
Persoonlijk voornaamwoord	er	sie	es	sie
Bepaald lidwoord	der Mann	die Frau	das Kind	die Leute
Onbepaald lidwoord	ein Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Leute

Ezelsbruggetje: De 'e' van het lidwoord 'die' wordt meegenomen naar ein & kein.

Hoe zeg je 'een glas' in het Duits?
Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168

1. ein Glas
2. eine Glas

Hoe zeg je 'een rekening' in het Duits?
Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168

1. ein Rechnung
2. eine Rechnung

Hoe zeg je 'een bord' in het Duits?
Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168

1. ein Teller
2. eine Teller

Hoe zeg je 'geen frietjes' in het Duits?
Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168

1. ein Pommes
2. eine Pommes
3. kein Pommes
4. keine Pommes

Voornaamwoorden

Je kent de Duitse persoonlijk voornaamwoorden al. Deze verwijzen naar een persoon of personen. 

--> Nu ga je de bezittelijk voornaamwoorden leren kennen.

persoonlijk of bezittelijk?

persoonlijk voornaamwoord: 

• verwijst naar een persoon óf                 
• vervangt een zelfstandig naamwoord
• vaste vorm

bezittelijk voornaamwoord:

• geeft aan dat iets van iemand is/bij iemand hoort
• kan een uitgang achter komen

persoonlijk of bezittelijk?

Weißt du wo meine Brille ist? Ich kann sie nicht finden.

Heb je je pen meegenomen? 

Hast du deinen Stift mitgebracht? 

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie alt ist dein Opa?

1. Opa
2. dein
3. alt
4. Wie

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Mein Handy ist neu!

1. Handy
2. ist
3. Mein
4. neu

ich	ik
du	jij
er	hij
sie	zij (ev)
wir	wij
ihr	jullie
sie	zij (mv)
Sie	U

mein(e)	mijn
dein(e)	jouw
sein(e)	zijn
ihr(e)	haar
unser(e )	ons/onze
eu(e)r(e)	jullie
ihr(e)	hun
Ihr(e)	uw

Persoonlijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der Mann	di e Frau	das Kind	di e Autos
ein Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Autos
mein Mann	mein e Frau	mein Kind	mein e Autos

Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden

Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e.  Dat geldt ook voor de bezittelijke  voornaamwoorden.

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der Mann	di e Frau	das Kind	di e Autos
mein Mann	dein e Frau	dein Kind	dein e Autos

Voorbeelden:

- Mein___________ Bruder (m) hat Zahnschmerzen.

- Unser__________  Eltern (mv) sind sehr lieb.

- Euer____________ Lehrerin (v) hat Hunger.

- Ihr______________ Baby (o) schläft.

M	V	O	MV
ein	eine	ein	keine

Sein.. Vater (m) ist krank

1. sein
2. seine

M	V	O	MV
ein	eine	ein	keine

Ihr.. Oma (v) hat Blumen gekauft

1. Ihr
2. Ihre

M	V	O	MV
ein	eine	ein	keine

Euer- Schule ist wegen Corona geschlossen.

1. Eure
2. Euere

Paragraf E: Grammatik B

• Online selbstständig machen: Aufgabe 19 t/m 29 (80% of >)
• Hulpmiddel: Lernübersicht im Buch K5 (Seite 169)
• Zeit: diese Stunde
• Klaar: 

       1. Verbeteren teruggezette opdrachten Paragraf E (80% of >)
       2. Slim Stampen B (kies 3 & invul 3), E (80% - 99%)

       3. Toets Sprechen voorbereiden / leren (zie som)

nächste Stunde

Grammatik wiederholen

Sprechen: Aufgabe V2duD toets

Was ist (jouw) Name (m)?

1. sein
2. mein
3. dein
4. Ihr

(Mijn) Hobby (o) ist Handball.

1. Meine
2. Mein
3. Deine
4. Dein

Das sind (onze) Eltern (mv).

1. meine
2. dein
3. ihr
4. unsere

(Jullie) Auto (o) ist sehr schön.

1. Unser
2. Eure
3. Unsere
4. Euer