HAVO 4 Of Course unit 4 lesson 5 (b) Grammar

HAVO 4 - Unit 4 lesson 5 (B)
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

HAVO 4 - Unit 4 lesson 5 (B)

Slide 1 - Diapositive

Today
Class work
Grammar

Individually 
Grammar

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik ken de regels van de passive en kan deze toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Passive
Lijdende vorm

Het is niet belangrijk wie wat doet maar wat er gedaan wordt.

Actieve zin:  Zij kijken naar een film op Netflix.
Lijdende zin: Een film wordt gekeken door hun op Netflix. 

Bekijk de video en let goed op, zodat je de vragen kunt beantwoorden. 

Slide 4 - Diapositive

4

Slide 5 - Vidéo

Passive
Belangrijkste om te onthouden is dat je dus ALTIJD een vorm van 'to be' moet hebben en een voltooid deelwoord.

Voltooid deelwoord = werkwoord + ed / 3e rijtje bij onregelmatige werkwoorden

Slide 6 - Diapositive

This car ... It's too old.
(not/to steal - future)

Slide 7 - Question ouverte

01:20
Wat voor woordvorm uit een bedrijvende zin wordt het onderwerp in een lijdende zin?

Slide 8 - Question ouverte

02:13
Welke twee dingen vind je altijd in een passive?

Slide 9 - Question ouverte

03:36
present simple
past simple
present perfect
past perfect
Tegenwoordige tijd, bij gewoontes/feiten
Verleden tijd, bij afgesloten gebeurtenissen
Verleden tijd, als iets in het verleden is begonnen en nog bezig is
Verleden tijd, iets was afgelopen voordat iet anders gebeurde

Slide 10 - Question de remorquage

07:00
Present simple
Past simple
Present perfect
Past perfect
am/are/is + voltooid deelwoord
was/were + voltooid deelwoord
have/has been + voltooid deelwoord
had been + voltooid deelwoord

Slide 11 - Question de remorquage

The words ... by the teacher today.
(to explain - simple present)

Slide 12 - Question ouverte

We ... a letter the day before yesterday.
(to send - simple past)

Slide 13 - Question ouverte

This street ... because of snow.
(to close - already - present perfect)

Slide 14 - Question ouverte

A new restaurant ... next week.
(to open - future)

Slide 15 - Question ouverte

He ... to the party yesterday.
(to invite - simple past)

Slide 16 - Question ouverte

The dishes ... by my little brother.
(to wash - past perfect)

Slide 17 - Question ouverte

Passive
Je ziet dus hoe belangrijk het is dat je de onregelmatige werkwoorden goed kent! 

Wat is het dus het voltooid deelwoord van....


Slide 18 - Diapositive

go

Slide 19 - Question ouverte

say

Slide 20 - Question ouverte

do

Slide 21 - Question ouverte

come

Slide 22 - Question ouverte

have

Slide 23 - Question ouverte

stand

Slide 24 - Question ouverte

make

Slide 25 - Question ouverte

buy

Slide 26 - Question ouverte

sit

Slide 27 - Question ouverte

speak

Slide 28 - Question ouverte

see

Slide 29 - Question ouverte

write

Slide 30 - Question ouverte

sing

Slide 31 - Question ouverte

Passive
Je moet dus erg goed leren voor de lijdende vorm.

Je moet én de grammaticale tijden én de onregelmatige werkwoorden erg goed kennen. 

Slide 32 - Diapositive

Passive
Ook belangrijk: 
- In het Nederlands maken we vaak zinnen met 'men' (men zegt, men denkt). Dit vertaal je naar het Engels met 'it' en de passive. 
Men denkt - It is thought
Men verwachtte - It was expected
- In het Nederlands begint de lijdende vorm vaak met 'er' (er is gezegd, er wordt geluisterd). Dit vertaal je ook met 'it' en de passive. 
Er wordt aangenomen - It is assumed
- In Nederlands wordt er vaak begonnen met een meewerkend voorwerp in de lijdende vorm, in het Engels gebruiken we gewoon het persoonlijk voornaamwoord
Mij was verteld - I had been told 


Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Lien

What to do?
Lesson 4.5 (online): 
- Grammar: exercise 7, 8, 9

Finished?
study the words through Quizlet/Kahoot/WRTS/Wozzol
study the grammar through Versterk Jezelf

Slide 36 - Diapositive

End of the class
Next class: lesson 4.5 reading and vocabulary
 
Homework: finish exercise 9 - 17, copy the words

Slide 37 - Diapositive