H4.7 opbouw stad + fysieke leefbaarheid + sociale (on) veiligheid

Hoofdstuk 4 - Paragraaf 6  
Opbouw stad
Fysieke leefbaarheid
Sociale (onveiligheid)
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 - Paragraaf 6  
Opbouw stad
Fysieke leefbaarheid
Sociale (onveiligheid)

Slide 1 - Diapositive

focus van deze les
  • verschil objectieve en subjectieve kenmerken
  • de kenmerken van elke bouwperiode in de stad
  • fysieke leefbaarheid van een wijk kunnen omschrijven
  • wat sociale leefbaarheid en sociale veiligheid is
  • waardoor de sociale cohesie hoger/lager kan zijn
  • welke problemen er in krachtwijken/prachtwijken/aandachtswijken zijn
  • welke wijken vooral krachtwijken/prachtwijken/aandachtswijken zijn en waarom 

Slide 2 - Diapositive

Hoe ziet de fysieke leefbaarheid van de gemiddelde Nederlandse stad eruit?

Slide 3 - Diapositive

feiten / vaste gegevens
mening / gevoel

Slide 4 - Diapositive

objectief of
subjectief
kenmerk?
Tevredenheid over voorzieningen jongeren
A
objectief
B
subjectief

Slide 5 - Quiz

objectief of
subjectief
kenmerk?
% eengezinswoningen 2021
A
objectief
B
subjectief

Slide 6 - Quiz

Elke periode kent een eigen bouwstijl met bijbehorende kenmerken.

Slide 7 - Diapositive

Het centrum kent tegenwoordig veel voorzieningen

Slide 8 - Diapositive

Stadscentrum
Bekijk op de volgende link een stukje van 
het stadscentrum van Groningen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Carte

Slide 11 - Diapositive

Snel en goedkoop voor arbeiders fabrieken gebouwd
tegenwoordig gerenoveerd en dus verbeterd
Hier vaak gentrificatie

Was een slechte wijk. Nu opkomend en gewild.

Rijkere inwoners trekt luxere voorzieningen aan.

Slide 12 - Diapositive

19e eeuwse wijk Groningen
Bekijk op de volgende link een stukje van 
een wijk van Groningen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Carte

Woningwet stelde minimum eisen aan woning:
grotere ramen, tuintje, riolering en elektriciteit.

Slide 15 - Diapositive

Jaren '30 wijk
Bekijk op de volgende link een stukje van 
een jaren dertig wijk in Amersfoort

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Carte

Naoorlogse woonwijk
Gebouwd tijdens woningnood (na WOII)

Slide 18 - Diapositive

Naoorlogse wijk
Bekijk op de volgende link een stukje van 
een naoorlogse wijk van Groningen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Carte

Welvaart steeg weer, dus de woonwensen ook.

Slide 21 - Diapositive

Jaren '70-'80 wijk
Bekijk op de volgende link een stukje van 
een jaren '70/'80 wijk van Groningen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Carte

Welk type woningen is gebouwd na 1970?
A
monumentale panden
B
kleine slechte arbeiderswoningen
C
hoogbouw
D
eengezinswoningen in woonerven

Slide 24 - Quiz

In welke woonwijk is de fysieke leefbaarheid momenteel over het algemeen gezien het laagst?
A
wijk gebouwd tussen 1870 en 1920
B
wijk gebouwd tussen 1920 en 1940
C
wijk gebouwd tussen 1950 en 1970
D
wijk gebouwd na 1970

Slide 25 - Quiz

Wanneer gebouwd?
Zoek op de volgende dia jouw huis en buurt eens op, 
wanneer is het gebouwd?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

  • sociale onveiligheid
  • sociale leefbaarheid -> sociale cohesie
  • prachtwijken

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

welke maatregelen
kan je nemen zodat mensen
zich veiliger voelen?

Slide 30 - Carte mentale

Herhaling
stadscentrum
arbeiderswijken
(1870-1920)
naoorlogse wijken
(1940-1970)
 nieuwbouwwijken
(na 2000)
jaren-`70-wijken
1920-1940 (vooroorlog)

Slide 31 - Question de remorquage

Welke type wijken zijn vaak een probleemwijk (2 goede antwoorden)?
A
Binnenstad (tot 1870)
B
Arbeiderswijk (1870-1920)
C
Vooroorlogse woonwijk (1920-1940)
D
Hoogbouw (1940-1970)

Slide 32 - Quiz

sociale cohesie
= de onderlinge verbondenheid van de bewoners. 

Het gaat dan om kenmerken als inkomen, opleiding, gezinsgrootte, gezinsfase, etniciteit en cultuur.

Slide 33 - Diapositive

sociale cohesie
  • Hoe meer de bewonerskenmerken op elkaar lijken, hoe groter de sociale cohesie
    Het gaat dan om kenmerken als inkomen, opleiding, gezinsgrootte, gezinsfase, etniciteit en cultuur.
  • Hoe langer mensen in een wijk wonen, hoe groter de sociale cohesie. 

Slide 34 - Diapositive

In welke wijk is de sociale cohesie het hoogst?
A
veel huurwoningen en veel diversiteit
B
veel koopwoningen en veel diversiteit
C
veel huurwoningen en weinig diversiteit
D
veel koopwoningen en weinig diversiteit

Slide 35 - Quiz

3

Slide 36 - Vidéo

00:33
Noem drie dingen die je opvallen in het straatbeeld (dus wat zie je)

Slide 37 - Question ouverte

01:29
Welk probleem beschrijft deze man?

Slide 38 - Question ouverte

02:06
Wat is volgens jou een oplossing voor dit soort wijken?

Slide 39 - Question ouverte

krachtwijken / prachtwijken / aandachtswijk
Wijken met een lage leefbaarheid waar de overheid maatregelen neemt om die te verbeteren.
  • werkeloosheid
  • schooluitval
  • overlast
  • spanningen tussen bevolkingsgroepen
  • criminaliteit
  • tienerzwangerschappen

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Dit was het!
Heb je nog vragen na deze les? Stel ze in de chat in Teams of kom online tijdens de lesuren AK

Slide 42 - Diapositive