Klas 4 tl bs 11.4 De iris en de ooglens en bs 11.5 Het netvlies

Thema 11 Zintuigen. Bs 4. De iris en de ooglens en basisstof 5. Het netvlies
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 11 Zintuigen. Bs 4. De iris en de ooglens en basisstof 5. Het netvlies

Slide 1 - Diapositive

Start
Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Aan de slag
Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Heb je je werk van de vorige basisstof af? Opdrachten 1 t/m 7
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Terugblik vragen
Met de volgende 3 vragen test je of je de stof van de vorige paragraaf hebt begrepen.

Slide 4 - Diapositive

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 5 - Question de remorquage

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
lens

Slide 6 - Question de remorquage

Wat zorgt ervoor dat vocht niet in de ogen kan lopen?

Slide 7 - Question ouverte

Door welke opening komt licht het oog binnen?

Slide 8 - Question ouverte

Leerdoelen
* Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig 
    en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate 
    prikkels zijn.
* Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de 
    reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze 
    werken en wat hun adequate prikkels zijn

Slide 9 - Diapositive

Thema 11
basisstof 2: Tien zintuigen van de mens

Slide 10 - Diapositive

Wat weet je al over het zintuigenstelsel?

Slide 11 - Carte mentale

Welke tien zintuigen ken je?

Slide 12 - Carte mentale

Aan de slag:
  • Maak opdracht 1 t/m 8 van basisstof 2
  • Klaar? Lees zelfstandig basisstof 2

Slide 13 - Diapositive

Thema 11 Zintuigen. Bs 4. De iris en de ooglens en basisstof 5. Het netvlies

Slide 14 - Diapositive

Wat weet je al over het zintuigenstelsel?

Slide 15 - Carte mentale

Doelstelling Bs. 4 en Bs. 5
  • Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.
  • Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven.

Slide 16 - Diapositive

3

Slide 17 - Vidéo

02:41
2p 4. De pupil wordt kleiner door het samentrekken van spieren in de iris.
In de iris bevinden zich kringspieren en lengtespieren. Door het samentrekken van welke spieren wordt de pupil kleiner?

A
alleen door het samentrekken van kringspieren
B
alleen door het samentrekken van lengtespieren
C
door het samentrekken van kringspieren en door het samentrekken van lengtespieren

Slide 18 - Quiz

02:41
Pupilreflex
overdag
's nachts

Slide 19 - Question de remorquage

04:39
Hoe noem je het constant veranderen van de sterkte van de ooglens?
A
scherpstellen
B
samentrekken
C
accommoderen
D
zoomen

Slide 20 - Quiz

1

Slide 21 - Vidéo

04:05
Staafjes
Kegeltjes
Kleurgevoelig
Drempelwaarde hoog
Drempelwaarde laag
Vooral in gele vlek
Lichtgevoelig
Verspreid over hele netvlies

Slide 22 - Question de remorquage

Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage