VWO 3 Präteritum/sein/haben/werden/schwache Verben&Nominativ,Akkusativ&Dativ

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Was machen wir heute?

Wiederholung der Grammatik Präteritum(sein,haben,werden&Schwache Verben) &Nominativ Dativ&Akkusativ (Personalpronomen)

Aufgaben :1 t/m 4,8,9  bl.132 t/m 135 & 3,5,6,7,8 11 bl.136 t/m139

Beim nächsten Unterricht :Test

De werkwoorden haben, sein & werden in de verleden tijd

sein = zijn	haben = hebben	werden = worden, zullen
ich war	ich hatte	ich wurde
du warst	du hattest	du wurdest
er / sie / es war	er / sie / es hatte	er / sie / es wurde
wir waren	wir hatten	wir wurden
ihr wart	ihr hattet	ihr wurdet
sie / Sie waren	sie / Sie hatten	sie / Sie wurden

Ich bin gewesen. 

Ich habe gehabt.

Ich bin geworden. 

Het voltooid deelwoord

Präteritum(De verleden tijd)

Ook bij atmen, begegnen, regnen, zeichnen en rechnen komt een extra -e. 

Ich(was)_________auf einer Party.

Im Regen(werden)_______wir ganz nass.

Wann (haben)______du Geburtstag?

Das Kind(sein)_________um 8:00Uhr zu Hause.

Wo(sein)_______du denn so lange?

Ich(haben)_________keine Zeit.

Wo(sein)______ihr am Nachmittag?

Als er 16____________(werden),bekam er ein Fahrrad zum Geburtstag.

Wir__________(haben) viel Spaß zusammen!

Peter_______(machen) viel Sport.

Die Kinder__________(kaufen) viele Bücher.

Wo__________(warten) du denn so lange?

(spielen)_______ihr mit den Kindern?

Gestern________(besuchen) er ein Museum.

(hören)___________ihr gestern 2 Stunden Musik?

Gestern_________(regnen) es viel.

Wo________(arbeiten) dein Vater?

Wat zijn de naamvallen?

Naamvallen beschrijven de functie van een zinsdeel in een zin.

1e naamval = onderwerp van een zin

3e naamval = meewerkend voorwerp

4e naamval = lijdend voorwerp

Met de naamvallen verandert het lidwoord/bezittelijk voornaamwoord&persoonelijk voornaamwoord!

Grammatik: naamvallen

1e: onderwerp

3e: meewerkend voorwerp

4e: lijdend voorwerp

Zinnen ontleden

Wat/wie+gezegde(werkwoord)

Er besucht dich (Wer besucht dich?)

voor/aan wie+gezegde +onderwerp

Er gibt mir ein Buch (Wem gibt er ein Buch?

Wat/wie+gezegde+onderwerp

Er besucht dich ( Wen besucht er?)

Persoonlijk voornaamwoord

Ich rufe(u).............morgen an.

Wann hast du(haar).................gesehen?

Sollen wir (u)............den Brief schicken?

Wir kaufen(jullie)...............eine Karte.

Maria kauft (mij)...................ein Fahrrad.

Ich kann(jou)...........den Weg zeigen.

Besuchst du (ons)..................morgen?

Was hast du(hem)..........gesagt?

Hast du (hem)................gesehen?

Seid(jullie).......................zu Hause?

Peter besucht(jullie)..................morgen.

An die Arbeit!

Aufgaben 1 t/m 4,8,9 bl.132 t/m 135 & 3,5,6,7,8 11 bl.136 t/m139

ONLINE

Les 1 : Kapitel 3 Lektion 1 

blz.98 t/m 99 opdracht 1 t/m 4

Les 2 :Kapitel 3 Lektion 1

blz. 100 t/m 104 opdracht 5 t/m 10

Huiswerk : leer de woordenschat Lektion 1 & 2 blz.139+

Grammatik blz.102 &103

1.der          die             das                die

3.dem       der            dem              den

4.den         die             das                die

Der Vater ist zu Hause : wie/wat +gezegde                  (Hij)

Die Tasche ist rot 

Ich gebe dem Vater von Peter ein Buch : aan/voor wie +gezegde+onderwerp

 (aan hem)

Ich besuche den Vater von Peter : wie/wat +gezegde +onderwerp           (hem)

Ich kaufe einen Tisch

Les 1 : herhaling / voorbereiding op de toets hf3 = leren blz.114 t/m 118 (apprendre 1 t/m 10)

Les 2 : diagnostische toets maken & nakijken

Huiswerk : leren voor de toets blz. 114 t/m 118

apprendre 1 t/m 10

Grammatica : mettre & het bijvoegelijk naamwoord &

meervoud

Les 1 : Ecouter blz.21 t/m23 op.9 t/m14

Les 2 : Grammaire 2 blz. 24 t/m26 op. 16b t/m16d

Huiswerk : De volgende les maak je SO 5 apprendre 1 t/m 5 en 10 of je oefent de stof door het maken van de Diagnostische toets I in de bijlagen of in het digitale lesmateriaal.

Les 1 : opdracht 1 t/m 5    blz.121 t/m 123

Les 2 : opdracht 6 t/m 10   blz.123 t/m125

Huiswerk: Leer de woordenschat blz.139 t/m141 & Grammatica blz.102,103,104,105,113,124,130,131.