samenvatting elektriciteit

herhalingsles elektriciteit
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

herhalingsles elektriciteit

Slide 1 - Diapositive

wat weten jullie nog van de afgelopen lessen?

Slide 2 - Carte mentale

Je ziet hier een schakeling met een batterij, een lampje en een schakelaar. Teken een schakel-schema van deze schakeling. Doe het zo dat het lampje aan staat.

Slide 3 - Question ouverte

Welke stoffen geleiden?
A
rubber
B
koper
C
ijzer
D
lood

Slide 4 - Quiz

Hoe is de schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel
C
gemende schakeling

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort schakeling is dit?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 6 - Quiz

serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?
C
gemengde schakeling

Slide 7 - Quiz

Welke van deze 4 schakelingen zijn parallel schakelingen?
A
A
B
C en D
C
B en C
D
B, C en D

Slide 8 - Quiz

Als in een parallel-schakeling een apparaat kapot gaat, werken de andere apparaten in die schakeling ook niet meer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Tien lampjes staan 'als kralen op een snoer' achter elkaar aangesloten op een batterij. De lampjes staan …
A
parallel
B
serie
C
geen van beide

Slide 10 - Quiz

Waar of niet? 'Wanneer één van de lampjes uit de vorige vraag kapot gaan alle lampjes uit'
A
waar
B
niet waar
C
hangt van de situatie af

Slide 11 - Quiz

Er wordt een 2e lampje in serie aangesloten. Wat gebeurt er met de stroomsterkte bij elk lampje?

De stroomsterkte:
...
wordt groter
wordt kleiner
blijft even groot

Slide 12 - Question de remorquage

sleep de stroomsterkte naar de goede plek toe.
3
2
1
1,5 A
0,80 A
0,80 A
1,5 A
1,5 A
0,70 A
1,5 A
0,80 A
2,30 A

Slide 13 - Question de remorquage

Teken: - een serieschakeling
- met 4 lampjes
- met een schakelaar waarmee alle lampjes uitgaan.

Slide 14 - Question ouverte

Teken: - een parallel schakeling
- met 3 lampjes
- met een schakelaar waarmee alleen lampje 2 uitgaat.

Slide 15 - Question ouverte

Frida heeft een schakeling gemaakt deze zie je hiernaast. Zij beweert:
I als ze schakelaar 1 verzet, het oranje lampje brandt.
II als ze de schakelaars 1 en 2 allebei verzet, het oranje en het rode lampje branden.
A
I en II zijn juist
B
alleen I is juist
C
alleen II is juist
D
I en II zijn niet juist

Slide 16 - Quiz