Gelijkenissen
1 / 31
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is een Gelijkenis
A
Een waargebeurd verhaal in de tijd van Jezus
B
Een voorbeeldverhaal over Gods nieuwe wereld.
C
Een sprookje met een moraal.
D
Een wiskundige term waar je iets van kunt leren.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Wat wordt bedoeld met 'het moraal' van een verhaal?
Slide 6 - Question ouverte
Jezus heeft veel gelijkenissen verteld in Zijn leven. Noem de naam van 3 gelijkenissen die je kent.
Slide 7 - Question ouverte
In de gelijkenis van de zoon die weggaat komt de zoon voor een keuze te staan. Zijn geld is op en er is honger. Wat doet hij?
A
Hij gaat terug naar zijn vader en biedt zich aan als knecht.
B
Hij gaat terug naar zijn vader en vraagt om een groot feest.
C
Hij durft zijn vader niet meer onder ogen te komen.
D
Hij gaat op zoek naar een adoptie - vader.
Slide 8 - Quiz
In het verhaal van de rijke en de arme man, heeft de rijke man de arme man slecht behandeld. Hoe ging het met deze mannen na hun dood?
A
Ze kwamen allebei in de hel
B
Ze kwamen allebei in de hemel
C
De rijke man kwam in de hemel, de arme man in de hel
D
De arme man kwam in de hemel, de rijke man in de hel
Slide 9 - Quiz
In het verhaal van de Samaritaan kwamen verschillende mensen voorbij. Wat deden de eerste 2 belangrijke mannen die voorbij kwamen?
A
Ze verzorgden de wonden van de gewonde man, maar lieten hem daarna liggen.
B
Ze gingen liepen aan de andere kant van de weg snel voorbij.
C
Ze kregen ruzie over wie de gewonde man mocht helpen.
D
Ze gaven de gewonde man geld om zichzelf te helpen.
Slide 10 - Quiz
De koning en de dienaar
De zoon die weggaat
De rijke man en de arme Lazarus;
Een Samaritaan helpt;
Uitleg over Gods Vaderhart. Bij God mag je altijd terug komen. Je word met open armen ontvangen.
Uitleg over naastenliefde. God wil dat je net zoveel van je naaste houd als van jezelf.
Uitleg over de juiste keuzes maken. God wil dat je deelt van wat je hebt.
uitleg over vergeven. God wil dat je elkaar van harte vergeeft.
Slide 11 - Question de remorquage
Welke gelijkenis vind jij heel mooi/ heel belangrijk?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Jezus vertelde dit verhaal om iets duidelijk te maken. Wie denk je dat Jezus bedoeld met de Vader?
Slide 14 - Question ouverte
Wat wil de jongste zoon van de vader?
Slide 15 - Question ouverte
Wat gaat hij daarmee doen?
Slide 16 - Question ouverte
Wat besluit de zoon te doen als het slecht met hem gaat?
Slide 17 - Question ouverte
Wat deed de Vader toen zijn zoon terug kwam?
A
Hij stuurde hem weg
B
Hij liet hem werken als knecht
C
Hij ontving hem met open armen.
Slide 18 - Quiz
Wat bedoeld de vader met : “mijn zoon was dood, maar nu leeft hij weer?”
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Diapositive
Waar kan je de schapen mee vergelijken?
