Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H1 Elektriciteit (herhaling H5 3GT)
H1 Elektriciteit
Herhaling H5 3GT
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H1 Elektriciteit
Herhaling H5 3GT
Slide 1 - Diapositive
Energieverbruik
Afhankelijk van:
Vermogen van het apparaat (hoeveel energie die per seconde verbruikt)
Aantal uren dat het apparaat aan staat
Energiemeter
thuis wordt ook wel
kWh-meter
genoemd?
kWh = kilo-Watt-uur
Dus hoeveel kW (kiloWatt) er verbruikt wordt in 1 uur tijd
Slide 2 - Diapositive
Energie en vermogen
Twee eenheden van ENERGIE
Natuurkunde => Energie in Joule [J]
Energiebedrijven => Energie in Kilo-Watt-hour [kWh]
ENERGIE = VERMOGEN x TIJD
E in [J] => P in [W] en t in [s]
E in [kWh] => P in [kW] en t in [h]
Slide 3 - Diapositive
de oplossing vinden
Gegevens:
P = 150 W = 0,150 kW ; t = 5 h
Gevraagd:
E = ? kWh
Formule:
E = P x t
Uitwerking/antwoord:
E = 0,150 x 5 = 0,75 kWh ; Het energieverbruik v/d bouwlamp is 0,75 kWh
Vraag:
Een bouwlamp heeft een vermogen van 150 W en
brandt de hele avond (18:00 - 23:00)
Bereken hoeveel energie de lamp verbruikt in kWh
Slide 4 - Diapositive
Vermogen
Vermogen is het energieverbruik per seconde verbruikt
De afkorting voor vermogen is de hoofdletter
P
van het Engelse woord voor vermogen,
power
.
De eenheid van vermogen is
watt (W)
.
Slide 5 - Diapositive
P = U x I
P = vermogen in watt (W)
U = spanning in volt (V)
I = stroomsterkte in ampère (A)
De batterij heeft een spanning van 6 V en een stroomsterkte van 2 A. Hoe groot is het het vermogen van dit lampje?
De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt
Een maat voor de hoeveelheid elektrische energie die de stroom met zich mee draagt. De eenheid van spanning is volt (V)
Slide 6 - Diapositive
Samen de oplossing vinden
Gegevens:
U = 6 V ; I = 2 A
Gevraagd:
P = ? W
Formule:
P = U x I
Uitwerking/antwoord:
P = 6 x 2 = 12 W
Het vermogen van het lampje is 12 W
De Vraag:
De batterij heeft een spanning van 6 V en een stroomsterkte van 2 A.
Hoe groot is het het vermogen van dit lampje?
Slide 7 - Diapositive
Spanning en stroomsterkte
Een elektrische schakeling of een
stroomkring
bevat een
spanningsbron
, een
elektrisch apparaat
en
verbindingsdrade
n
.
Het elektrische apparaat werkt als er een
gesloten stroomkring
is.
Slide 8 - Diapositive
Ampèremeter
Voltmeter
Slide 9 - Diapositive
Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
1 stroomkring
1 lampje uit > alles uit
Stroomsterkte is overal gelijk
Spanning wordt verdeeld
Parallelschakeling:
meerdere stroomkringen
1 lampje uit > rest blijft aan
De totale stroomsterkte is de de stroom van alle sub-kringen bij elkaar opgeteld
De spanning is gelijk bij elke sub-kring
Slide 10 - Diapositive
De wet van Ohm
U = I x R
Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte.
Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte.
Slide 11 - Diapositive
Opg. 16 p. 123
Een klok werkt op een batterij van 1,5 volt. De stroomsterkte door de klok is 0,075 mA.
Bereken de weerstand van de klok.
Gegevens:
U = 1,5 V
I = 0,075 mA = 0,000075 A
Gevraagd:
R = ? Ω
Formule:
U = I x R => R = U : I
Uitwerking:
R = 1,5 : 0,000075 = 20 000 Ω
Antwoord:
Weerstand is 20 000 Ω (20 kΩ)
Slide 12 - Diapositive
Serieschakeling
Stroomsterkte:
Stroomsterkte overal gelijk
Itot = I1 = I2 = I3
spanning:
Spanning verdeeld zich
U
tot
= U
1
+ U
2
+ U
3
Weerstand:
Totale weerstand (vervangingsweerstand) tel je bij elkaar op
Rv = R1 + R2 + R3
Bepaal altijd eerst Rv en daarna I
Slide 13 - Diapositive
Parallelschakeling
Stroomsterkte:
stroomsterkte verdeelt zich over de stroomkringen
I
tot
= I
1
+ I
2
+ I
3
spanning:
Spanning is gelijk per stroomkring
U
tot
= U
1
= U
2
= U
3
Weerstand:
de vervangingsweerstand kun je niet zomaar bij elkaar optellen
1/R
v
= 1/R
1
+ 1/R
2
+ ...
Of bij 2 weerstanden: R
v
= (R
1
x R
2
) : (R
1
+ R
2
)
Slide 14 - Diapositive
Rekenen Formules H5
Kosten E = E x kWh-prijs
E = P x t
P = U x I
C = I x t
U = I x R
Rv,serie = R1 + R2 + ..
Rv,par = (R1 x R2) : (R1 + R2)
kWh-prijs = € 0,25
E = Energie [J] of
[kWh]
P = Vermogen [W] of
[kW]
t = Tijd [s] of
[h]
U = Spanning [V]
I = Stroomsterkte [A]
C = capaciteit [A
h
] (t in uur!)
R = Weerstand [Ω]
Rv = vervangingsweerstand [Ω]
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
kwt H5 herhaling
Mars 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
nsk13 H5.5 Serie en parallel
Mars 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
H5.5 Serie en parallel
Mars 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
H5.4 Weerstanden
Mars 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
H5.3 Spanning en stroomsterkte
Mars 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
5. Elektriciteit in huis Beknopt
Janvier 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, g, t
Leerjaar 3
Les 50.1 - Energie en vermogen deel 2
Novembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4 VWO H3 spanningsdeler
Octobre 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4