5.3: ik en de liefde

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Ik en de liefde

• leerdoelen
• woordweb
•  uitleg
• opdracht
• uitleg
• klassengesprek 
• afsluiting

leerdoelen

Aan het einde van de les:

• kan de student in minimaal twee zinnen in eigen woorden seksuele diversiteit en LHBTI+ definiëren.
• kan de student de tenminste twee van de vuistregels voor seksueel gedrag benoemen en er voorbeelden bij geven.
• kan de student in eigen woorden in minimaal twee zinnen aangeven wat zijn/haar grenzen zijn bij seksueel gedrag.

seksuele diversiteit

seksuele diversiteit

seksuele diversiteit = De verscheidenheid van seksualiteit. Ofwel alle vormen van seksualiteit.

seksualiteit = De handelingen die gericht zijn op intiem lichamelijk contact die gepaard gaan met gevoelens van opwinding, lust en passie.

seksuele diversiteit

Sekse = Het biologische geslacht van iemand: man of vrouw.

gender = De sociale en culturele identiteit die bij een sekse hoort. Gender is niet wat je biologisch bent maar hoe jij je voelt.

Hoe zou jij LHBTI+ in eigen woorden beschrijven?

Wat vind jij?

opdracht: scenario's

Bedenk een scenario (= mogelijke situatie) waarin iemand uit de LHBTI+ gemeenschap wordt gediscrimineerd op basis van diegene' s seksualiteit.  bv. in een sportvereniging, bedrijf of dictatuur.

• Hoe denk jij te handelen in een situatie wanneer jij de slachtoffer bent?
• Hoe zou jij in deze situatie handelen als ooggetuige?

opdracht: scenario's 

• Vorm groepjes van 3 of 4 studenten. 
• Bedenk samen een scenario.
•  beantwoord de twee vragen voor jezelf en bespreek deze met elkaar.
• Jullie hebben 10 minuten de tijd. Daarna worden de bevindingen klassikaal besproken.

seksueel gedrag

seksuele intimidatie = Elke vorm van seksueel getinte opmerkingen, gedrag of aanrakingen die als ongewenst worden ervaren.

seksueel misbruik = Alle seksuele handelingen die iemand gedwongen moet uitvoeren.

klassengesprek

• Wat zijn jouw grenzen?

• Hoe denk jij over seksuele intimidatie?

• Hoe denk jij over seksueel misbruik? 

leerdoelen

Aan het einde van de les:

• kan de student in minimaal twee zinnen in eigen woorden seksuele diversiteit en LHBTI+ definiëren.
• kan de student de tenminste twee van de vuistregels voor seksueel gedrag benoemen en er voorbeelden bij geven.
• kan de student in eigen woorden in minimaal twee zinnen aangeven wat zijn/haar grenzen zijn bij seksueel gedrag.