Hoog water in Nederland

1 / 12
suivant
Slide 1: Vidéo
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Carte mentale

1. Welke titel past ook goed bij deze tekst?
A
Heel Nederland onder water
B
Problemen door hoogwater
C
Water in de zee te hoog
D
Een te korte broek

Slide 3 - Quiz

3. Lees regel 11-12: Volgens deskundigen kan dat geen kwaad.
Wat betekent het als iets geen kwaad kan?

A
dan is het geen probleem
B
dan moet er een oplossing komen
C
dan wordt er niemand boos
D
dan weet iemand het niet

Slide 4 - Quiz

4. Lees regel 17-19: Op verschillende plekken in Nederland zijn maatregelen genomen tegen het hoge water.
Wat betekent maatregelen nemen?
A
iemand meenemen om naar iets bijzonders te kijken
B
iets doen om te zorgen dat iets geen probleem meer is
C
iets meten of wegen om te weten hoeveel het is

Slide 5 - Quiz

5. Wat is de beste samenvatting van de tekst onder het kopje: Maatregelen?

A
Als het water in de rivieren erg hoog staat, kunnen alleen weilanden of natuurgebieden overstromen.
B
Het hoge water kan problemen geven in steden langs de rivieren. Om het water tegen te houden worden doorgangen en poorten gesloten.
C
Het water in de Waal stijgt nog steeds. Daarom staan bij wegen en fietspaden waarschuwingsborden.

Slide 6 - Quiz

7. Lees regel 29: Daar kan het hoge water naartoe stromen.
Waarnaar verwijst Daar?

A
naar natuurgebieden
B
naar Nederland
C
naar rivieren

Slide 7 - Quiz

Welk woord past er op de open plek?

We kijken goed of we drijfvuil zien’, vertelt een controleur. ‘Dit kunnen bijvoorbeeld grote boomstronken zijn. ____ kunnen de dijk beschadigen.’
A
Die
B
Hun
C
Wij

Slide 8 - Quiz

6. Lees het stukje tekst onder het kopje Natuurgebieden. Bedenk een vraag bij dit stukje. Je vraag moet beginnen met een vraagwoord. Schrijf je vraag op.


Slide 9 - Question ouverte

2. Lees het stukje tekst onder het kopje Hoogwater. Bedenk een vraag bij dit stukje. Je vraag moet beginnen met een vraagwoord. Schrijf je vraag op.

Slide 10 - Question ouverte

Wat ga je doen om een betere lezer te worden?


















































De krant lezen



 



Meer boeken lezen



 



Meer tijdschriften of
stripboeken lezen



 



Eerst de film van een boek
kijken en dan het boek lezen



 



Een schema of tekening bij een
tekst maken



 



Nieuwe woorden opzoeken en
onthouden



 



Met iemand samen lezen



 



Zelf een tekstje schrijven



 



Iets opzoeken op een website en
dat lezen



 



Niets



 



_________________________________________________


_________________________________________________


 



 






Slide 11 - Diapositive




















































De krant lezen



 



Meer boeken lezen



 



Meer tijdschriften of
stripboeken lezen



 



Eerst de film van een boek
kijken en dan het boek lezen



 



Een schema of tekening bij een
tekst maken



 



Nieuwe woorden opzoeken en
onthouden



 



Met iemand samen lezen



 



Zelf een tekstje schrijven



 



Iets opzoeken op een website en
dat lezen



 



Niets



 



jeugdjournaal kijken elke dag


 


 


 






Slide 12 - Diapositive