Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Voorbereiding S.O.
- par. 1.1: jagers en verzamelaars
- par. 1.2: de eerste boeren
-par. 1.3: Egypte en de Nijl
Slide 2 - Diapositive
Hoe kun je leren?
Slide 3 - Carte mentale
Wat kun je doen?
- maak een samenvatting
- vertel in je eigen woorden waar de stof over gaat
- leg uit wat de paragrafen met elkaar te maken hebben
- maak de opdrachten in het boek
-ontdek je eigen leerstijl
Slide 4 - Diapositive
Leren stof S.O.
- maak een planning
- bedenk goed wat je wanneer doet
- begin met leren
Slide 5 - Diapositive
1.4 Egypte, een machtige staat
Slide 6 - Diapositive
Planning
Lesdoelen
Uitleg (max 10 min)
Quizje
Opdrachten maken
Proefwerk plannen
Slide 7 - Diapositive
Lesdoelen
Je kan uitleggen tot welke bestuurlijke veranderingen het ontstaan van landbouw in Egypte leidde
Je kan een verklaring geven voor het ontstaan van een schrift in Egypte
Je kan uitleggen welke rol godsdienst speelde in het leven van de Egyptenaren (uitleg tijdens flexles of zelfstandig door kopje 'Godsdienst' te lezen in 1.4)
Slide 8 - Diapositive
Ontstaan bestuur en staat
Irrigatielandbouw zorgde voor welvaart
I.L. Moest onderhouden worden -->
Bestuur nodig
Rond 3100 v.C. 1 bestuurder --> de Farao
Ontstaan staat
Een staat = Een land met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
Slide 9 - Diapositive
Taken van de Farao
Wetten maken
Orde bewaken
Irrigatiewerken onderhouden
Verdediging land
Hoogste rechter
Slide 10 - Diapositive
Ambtenaren
= Iemand die in dienst is van het bestuur en zorgt voor het uitvoeren van besluiten, bijvoorbeeld het innen van belasting en het handhaven van de orde.
Ambtenaren hielpen de farao dus bij zijn taken.
Slide 11 - Diapositive
Belasting
= Het betalen van geld of goederen aan een bestuur.
Was nodig voor:
bouwen tempels & paleizen
betalen ambtenaren & soldaten
Aanleg voedselvoorraad
Slide 12 - Diapositive
Hiërogliefen
Het schrift v/d Egyptenaren
tekeningen beelden woorden en klanken uit
Later versimpelde versie
Ontstaan voor het bijhouden en controleren belastinginkomsten
Slide 13 - Diapositive
Wanneer begonnen de Egyptenaren het hiërogliefen schrift te gebruiken?
A
20.000 v.C.
B
3100 v.C.
C
300 n.C.
D
10.000 v.C
Slide 14 - Quiz
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
Een gebied met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
A
Hiërogliefen
B
Belasting
C
Staat
D
Irrigatielandbouw
Slide 15 - Quiz
Door de irrigatielandbouw was er minder voedsel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Door de irrigatielandbouw konden er nieuwe beroepen ontstaan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Een nieuw beroep was bijvoorbeeld
A
Timmerman
B
Wever
C
Pottenbakker
D
Boer
Slide 18 - Quiz
Een ...?... in het oude Egypte hielp de Farao met het uitvoeren van het bestuur
A
Prins
B
Ambtenaar
C
Leider
D
Keizer
Slide 19 - Quiz
Welke fase van overstroming is te zien op het tweede plaatje?
A
Overstromingstijd
B
Zaaitijd
C
Oogsttijd
Slide 20 - Quiz
Waarvoor werden piramides gebruikt?
A
woning van de Farao
B
begraafplaats van de Farao
Slide 21 - Quiz
Opdrachten maken
Opdracht 1 t/m 13
van paragraaf 1.4
Hier kan je tijdens de flexlessen ook aan werken.
Slide 22 - Diapositive
Proefwerk hoofdstuk 1
Paragraaf 1 + 2 + 3 + 4
Dinsdag 3 november
(in de breekweek)
Schrijf dit in je agenda
Slide 23 - Diapositive
Tijdens flexles op donderdag
Lesdoel:
Je kan uitleggen welke rol godsdienst speelde in het leven van de Egyptenaren
Slide 24 - Diapositive
Godsdienst belangrijk
Goden beheersen & sturen leven
Een god laat zon opkomen
Een god laat Nijl overstromen
Geloof in meerdere goden = Polytheïsme
Slide 25 - Diapositive
Belangrijkste god = Zonnegod Re
Slide 26 - Diapositive
Natuurgodsdienst
=
Godsdienst waarin natuurkrachten als de zon en het water worden aanbeden.
Slide 27 - Diapositive
Farao
Zoon van god Re
Wordt ook vereerd
Moest zorgen voor voorspoed
Tempels bouwen
Priesters aanwijzen
Slide 28 - Diapositive
Priesters
Houden goden tevreden door offers (geschenken) te brengen in tempels