elfje

elfje
Het is de naam van een gedicht dat bestaat uit precies 5 regels en 11 woorden. 

  1. De eerste regel bestaat uit 1 woord.
  2. De tweede regel bestaat uit 2 woorden die een aanvulling zijn op de eerste regel. 
  3. De derde regel bestaat uit 3 woorden die weer met regel 1 te maken hebben. 
  4. Op de vierde regel komen 4 woorden waar een werkwoord in zit. Er moet een vraagteken of een uitroepteken achter de zin kunnen staan. 
  5. Op de laatste regel komt 1 sterk slotwoord. 

Een elf hoeft niet te rijmen. 
1 / 5
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 5 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

elfje
Het is de naam van een gedicht dat bestaat uit precies 5 regels en 11 woorden. 

  1. De eerste regel bestaat uit 1 woord.
  2. De tweede regel bestaat uit 2 woorden die een aanvulling zijn op de eerste regel. 
  3. De derde regel bestaat uit 3 woorden die weer met regel 1 te maken hebben. 
  4. Op de vierde regel komen 4 woorden waar een werkwoord in zit. Er moet een vraagteken of een uitroepteken achter de zin kunnen staan. 
  5. Op de laatste regel komt 1 sterk slotwoord. 

Een elf hoeft niet te rijmen. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
Vlinder
Zo mooi
Al die kleuren
Fladderen in het rond
Blij

Slide 3 - Diapositive

oefening elfje
Schrijf een elf voor iemand die heel speciaal voor je is. Bijvoorbeeld je oma, je beste vriend(in) of je vader of moeder. 
Maak de volgende stappen:
  • Bedenk over wie je een gedicht wilt maken. 
  • Maak een lijstje van trefwoorden over die persoon. Wat komt er bij je op als je aan deze persoon denkt. 
  • Schrijf als eerste woord de naam van degene over wie je een elf schrijft. 

Slide 4 - Diapositive

vervolg
  • Schrijf op de tweede regel 2 woorden over wat die persoon van jou is (bijv. mijn vriend).
  • Op de derde regel komen drie woorden over wat jou opvalt in iemands gezicht of iemands gedrag.  
  • Op de vierde regel komen vier woorden waarom die persoon belangrijk voor je is. 
  • Eindig op de laatste regel met een uitroep/een samenvatting. 

Slide 5 - Diapositive