Leertheoriën deel 2

• ICT
• MBO
• Studiejaar 2

Didactiek les 2

Leertheoriën deel 2

Welke 3 vaardigheden onderschrijven wij binnen sport en bewegen

Vaardigheden leren: Sociaal affectief

• Samenwerken
  
• Initiatief nemen
  
• Op je beurt wachten
  
• Voor jezelf opkomen
  
• Omgaan met winst en verlies
• Omgaan met positieve en negatieve feedback 

Vaardigheden sociaal affectief

Waarom lastig?

1. Doelen lastig te maken
   
2. Resultaat moeilijker te meten
   
3. Betrekking op langere termijn
   
4. Veel factoren spelen een rol
   

Noem een concrete sociaal-affectieve doelstelling voor een les.

Vaardigheden leren: Cognitief

• Analyseren van de techniek
  
• Samenstellen van de methodiek
  
• Kiezen juiste opstelling
  
• Kennen van de meest voorkomende fouten
  
• Spelregels
  
• Tactiek
  

Noem een concrete cognitieve doelstelling voor een les.

Hoe kun je deelnemers helpen bij het verwerven van cognitieve vaardigheden?

Hoe lees je dit model?

Welke 4 manieren van instructie kennen we?

instructie visueel

1. goed voorbeeld
   
2. fout voorbeeld
   
3. foto
   
4. film
   
5. markeringspunt
   

De 'wachtende' deelnemers die actieve deelnemers observeren presteren veel beter dan de deelnemers die dit niet doen.

1. Waar
2. Niet waar

instructie auditief

1. Uitleg, praatje
   
2. “doe alsof”-opdrachten (instructie buiten het lichaam)
3. Ritmische begeleiding
   
4. Gedragsgecentreerde instructie = lichaamsgerichte instructie:                      strek je benen, buig je hoofd naar voren
   
5. Doelgecentreerde instructie geef informatie over de omgeving:                       wijs naar plafond, kijk naar de grond

Onderhandse service volleybal:
'Sla de bal op taillehoogte weg.'

1. gedragsgecentreerd
2. doelgecentreerd

De zwemmeester spant een toversnoer over het water en zegt:
'Duik hier maar overheen'

1. gedragsgecentreerd
2. doelgecentreerd

Onderhandse service volleybal:
'Probeer de bal eens lager over het net te slaan.'

1. gedragsgecentreerd
2. doelgecentreerd

instructie tactiel/manueel

1. Aanvoelen van de beweging (beenslag bij schoolslag)
2. Tikje of zetje (handstandoverslag)
3. Inzet van de beweging
   

Instructie mentaal

1. Mental rehearsal, uitvoeren van de beweging in gedachten
   
2. Zelfinstructie
   

wat is er nodig bij de deelnemer voor een goede les?

MHV patroon van deelnemer

• Motivatie
  
• Houding
  
• Verwachting
  

Wat kan je zelf doen aan de motivatie, houding en verwachting van je deelnemers?

MHV: Motivatie

Deze hoog houden door:

• Stellen van haalbare doelen
  
• Belonen, veelvuldig complimenteren
  
• Leuke interessante oefenstof
  

MHV: Houding

Hoge alertheid en concentratie

MHV: Verwachting

Personen met een positieve resultaatverwachting:
het gaat me lukken! 

Presteren beter dan wanneer ze negatief denken. 

Ze moeten wel reëel zijn.

Wat kan een sporter allemaal denken/doen als hij een poging waagt en die lukte niet?

Aanpak sporter 

Foutenanalyserend

Momentaanpakker

Aanpak sporter

Foutenanalyserend: 

Merkt fouten van de uitvoering voor groot deel zelf op en trekt hier conclusies uit voor volgende beurt. 

(opmerken, analyseren, conclusie)

aanpak sporter

Momentaanpak: 

alleen gericht op resultaat. Het lukt wel of niet. 

 - ontdekt fout niet, verandert niet

 - Merkt fout wel op, analyseert niet

 - Merkt op en analyseert, maar concludeert niet 

aanpak sporter

Van momentaanpakker naar foutenanalyserende aanpakker door:

Vragen stellen!!

Tekst

1

4

2

3

Grof motorische fase

Oriëntatiefase

Verfijningsfase

Automatiseringsfase

fasen motorisch leerproces

• Oriëntatiefase: eerste ervaringen
  
• Grof motorische fase: globale beheersing
  
• Verfijningsfase: beheersen van deelstructuren
  
• Automatiseringsfase: beweging wordt stabiel