tijdvak 7 Franse revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

In welke tijd leefde Lodewijk XIV?

Schuif de koning naar het juiste symbool van deze periode op de tijdbalk.

3. [K] Hieronder staan twee zinnen over NL in de 18e eeuw.

I. Het ging steeds beter met de Nederlandse economie.
II. De bevolking van steden nam toe in Nederland

1. I en II zijn waar
2. I en II zijn niet waar
3. I= waar; II= niet waar
4. I= niet waar; II= waar

Standenmaatschappij

boeren & burgers

adel

geestelijken

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?

1. De koning regeert
2. Het kabinet regeert
3. God regeert
4. Het volk regeert

Amnesty is een wereldorganisatie die met welk begrip zich bezighoud?

het VOC werf

Deze afbeelding reflecteert de economie in de 18e eeuw in de Republiek

1. wel
2. niet

De Franse Revolutie was in

1. 1748
2. 1776
3. 1789
4. 1795

17e eeuw

18e eeuw

De Republiek was rijk

De Republiek was arm

De rijken leefden in buitenhuizen

rijk door handel van VOC

mensen gingen lenen bij rijken

De steden groeiden

Er waren vaak kleine opstootjes

De economie groeide

Minder handel

Wat was hoofdoorzaak van de Franse revolutie?

1. Ongelijkheid tussen de standen
2. De Fransen waren jaloers op de welvaart van de Republiek
3. De adel wilde Lodewijk XVI weg hebben
4. De geestelijkheid wilde dat de koning belasting ging betalen

Incidentele oorzaak

Structurele oorzaak

B - hongersnood

C - de Verlichting

D - de standenmaatschappij

E - Marie Antoinette

J - bijeen roepen Staten-Generaal

Zet de gebeurtenissen in
de juiste volgorde van 
oud (boven) naar nieuw (onder)

Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen.

De Nationale Vergadering maakt een grondwet.

De opstand slaat over naar de rest van Frankrijk

Napoleon wordt keizer van Frankrijk

Lodewijk XIV houdt zijn edelen bezig op Versailles

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.

Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie

Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie

De meeste Franse waren arm

98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand,

Edelen betaalden geen belasting

Frankrijk was een standensamenleving

Frankrijk was een republiek

Hiernaast zie je een spotprent over de standenmaatschappij in Frankrijk. Een man staat gebukt en op zijn rug zitten twee andere mannen.  

Sleep de standen naar de juiste man in de afbeelding. 

1

2

3

geef met een beeldelement
aan waarom de onderste
man bij de derde stand
hoort.

Welke uitspraak klopt is waar?

1. Bastille was een kasteel
2. In Bastille hadden ze veel buskruit en wapens
3. In Bastille zaten veel mensen
4. Bastille is een medicijn

Patriotten waren

1. voor de burgers en democratie
2. voor de standenmaatschappij
3. voor de macht van de koning
4. tegen de macht van de koning

Patriotten

1. Franse Revolutie
2. Bataafse revolutie

Wie zijn de patriotten?

1. Aanhangers van de verlichting die vonden dat de regenten te veel macht hadden
2. Aanhangers van de verlichting die vonden dat men in Nederland Frans moest spreken
3. Regenten die vonden dat de stadhouder te veel macht had
4. Regenten die vonden dat de koning te veel macht had

Onder welk bestuur, kreeg Nederland een democratische grondwet en eenheidsstaat?

1. Willem V
2. Lodewijk XIV
3. Napoleon
4. Bataafse republiek

1789

1795

1805

1815

Napoleon wordt verslagen. 

Bataafse Republiek 2.0

Bestorming van Bastille

Lodewijk XIV wordt onthoofd door de Guillotine

Bataafse Republiek wordt opgeheven 

welk begrip hoort bij de omschrijving:
"beweging voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij."