Les 70 bijvoeglijke naamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

De ________ toets

Het programma 

het lesdoel 

uitleg les 70 

oefening in LessonUp 

terugkoppeling lesdoel 
vooruitzicht volgende week 

Het lesdoel 

Aan het einde van de les weet ik wat bijvoeglijke naamwoorden zijn. 

Aan het einde van de les kan ik voorbeeld geven van een bijvoeglijk naamwoord. 

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. mensen dieren en planten
2. mensen, dieren, planten en dingen
3. mensen en dieren
4. mensen, planten en dingen

Zelfstandig naamwoord 

Het bijvoeglijk naamwoord 

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

De lieve jongen
Het grote meisje 
De brede weg 
De snelle hond 

Bijvoeglijk naamwoord 

Werkwoorden kunnen ook bijvoeglijk gebruikt worden!

Verbranden 
--> de verbrande vingers 

Vergroten 
--> de vergrote foto's 

Bijvoeglijk naamwoord 

Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden schrijf je altijd zo kort mogelijk op! 

Dus niet de aangebrandde aardappels 
maar de aangebrande aardappels 

Wat is een zelfstandig naamwoord in de volgende zin:
Ik heb gisteren op een fijne stoel gezeten.

1. fijne
2. stoel
3. gisteren
4. gezeten

Wat is een zelfstandig naamwoord in de volgende zin:
Dit is een makkelijk oefenblad voor mij.

1. Dit
2. makkelijk
3. oefenblad
4. een

Wat is een bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin:
Dat lieve kind is erg slim.

1. lieve
2. kind
3. is
4. slim

Wat is een bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin:
Ik heb een verlaten hond gevonden op de weg.

1. heb
2. verlaten
3. hond
4. weg

Wat is een bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin:
De verhoogde prijs is voor veel klanten een grote zorg.

1. verhoogde
2. prijs
3. grote
4. zorg

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op:
de ___________ (mislukken) grap.

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op:
Het _________ (ontsnappen) geitje.

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op:
De __________ (verbazen) man.

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op:
Het __________ (slim) meisje

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op:
De ___________ (testen) opdracht

Het lesdoel 

Aan het einde van de les weet ik wat bijvoeglijke naamwoorden zijn. 

Aan het einde van de les kan ik voorbeeld geven van een bijvoeglijk naamwoord. 

Volgende week

Dinsdag 4 juni 
SO: les 61, 62 en 70