Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Het Romeinse Rijk
5. Het einde van het Romeinse Rijk
Slide 1 - Diapositive
Wat weet jij eigenlijk van de ondergang van de Romeinen?
Slide 2 - Carte mentale
De Hunnen
De Hunnen zijn een stam uit Azië. Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...
Slide 3 - Diapositive
Het Rijk in de problemen
Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk:
de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.
Slide 4 - Diapositive
Machtsstrijd
Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad. Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen
naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.
Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.
Slide 5 - Diapositive
Barbaren!
Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros.
Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.
Slide 6 - Diapositive
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten
Slide 7 - Diapositive
In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.
Slide 8 - Diapositive
Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw
...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.
Slide 9 - Diapositive
Het Rijk wordt gesplitst
395
Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad.
Beide rijken hebben een eigen keizer.
Slide 10 - Diapositive
Romulus Augustulus
De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker.
Slide 11 - Diapositive
Video
Clipphanger: Hoe is het Romeinse Rijk gevallen?
Slide 12 - Diapositive
Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken? Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.
Slide 13 - Quiz
Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen! De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.
Past de volgende zin bij de man op het paard? Hij heet Attila.
A
Wel
B
Niet
Slide 14 - Quiz
In 441 vielen zijn legers het Romeinse Rijk aan. De verdediging was zo slecht, dat hij alles kon plunderen en vernietigen. Zijn dood was niet bepaald zoals je van zo'n trotse barbaarse krijger zou verwachten. Hij stierf niet op het slagveld, maar tijdens zijn huwelijksnacht. Hij had veel gedronken, om zijn bruiloft te vieren. In zijn slaapkamer viel hij flauw. In zijn val liep hij een ernstige bloedneus op. Hij stikte in zijn eigen bloed.”