BK1 Ne - Blok 1 Over taal - woordenschat + kijk naar taal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 1

Alfabet en woordenboek

Uit hoeveel letters bestaat het alfabet?

In het alfabet staan zes klinkers. Schrijf ze op:

Wat zijn na K de drie volgende letters in het alfabet?

1. H- I -J
2. L-M-O
3. P-Q-S
4. L-M-N

Doel:

Ik kan / weet:

- woorden in alfabetische volgorde zetten.

- wat zoekwoorden zijn in een woordenboek.

Je moeder wordt gebeld door jouw mentor. Ze zegt: 'Mijn kind was gisteren ziek. Dat kan ik bevestigen.' Wat bedoelt ze?

1. Je was gisteren helemaal niet ziek.
2. Ze weet niet zeker of jij gisteren ziek was.
3. Het klopt dat jij gisteren ziek was.
4. Ze vindt dat jouw mentor haar vals beschuldigt.

Een leraar vraagt: 'Jullie hebben toch vorige week een excursie gemaakt? Schrijf daar een verslag over.' Wat moeten jullie doen?

1. Jullie moeten een verslag maken over een leerzaam uitje.
2. Jullie moeten een verslag maken over een vakantie.
3. Jullie moeten een verslag maken over een kookles.
4. Jullie moeten een verslag maken over een sportwedstrijd.

Zet de volgende woorden op alfabetische volgorde.
(Zet een streepje tussen woorden)
lepel - hijskraan - piloot - baan - laken - badpak - hulp - bakken - dagboek - lamp

Wat betekent 'bespreken' in de volgende zin?

We gaan vanavond bespreken wat we dit weekend gaan doen.

Welk woord past in de zin?
Een ... is een deel van een uur.

1. datum
2. eeuw
3. kwartaal
4. kwartier

Wat is de betekenis van 'tam' in de volgende zin?

Deze vogel is zo tam, hij eet uit je hand.

1. eerlijk
2. heel goed
3. niet bang voor mensen
4. heel veel geld

Wat betekent 'belanden' in de volgende zin?

In welke situatie zijn we nu toch weer in beland?

1. terechtgekomen
2. opschrijven
3. beginnen
4. zeggen dat iets klopt

Een pagina in een woordenboek begint met het zoekwoord 'doorzien' en eindigt met het zoekwoord 'drama'.

Kies het ontbrekende woord.

Het woord 'doelwit' vind je ... deze pagina.

1. voor
2. op
3. na