Leefstijl - normen en instituties

Leefstijl
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leefstijl

Slide 1 - Diapositive

Leefstijl
Waarden
Eigen manier van leven.
Dynamisch
Afhankelijk van levenswaarden en keuzes.
Idealen
Nagestreefd door een bepaalde groep.
Geven weer wat een groep juist vindt.

Slide 2 - Question de remorquage

Klasafspraken
   Babbelen - mag niet
                     - kan wel in drie gevallen beperkt in de tijd
 1. even zonder te storen om iets te vragen of kort overleg bij een antwoord
 2. discussiecultuur moet er zijn maar ordelijk
 3. bevragen van de buur mag..als je het niet ziet zitten.
     Uitleg: Tijdens de uitleg wordt er niets gevraagd.
                  Schrijf de vragen op en stoor mijn verhaal niet.



Slide 3 - Diapositive

Normen
Als waarden idealen zijn ...
      

Slide 4 - Diapositive

Normen
Als waarden idealen zijn ...
            Dan zijn normen de concrete gedragsregels van deze waarden. 
              
  • Normen geven aan hoe iemand zich in een bepaalde situatie
      wel of 
    niet moet gedragen. Wat is norm(aal?)
  • vb. Waarde is gezondheid, de norm is niet roken.
  • vb. Waarde is beleefdheid, de norm is samen eten.
    (eventueel aanpassen naar wat er vorige les gezegd is geweest)

Slide 5 - Diapositive

Normen
MAAR ... Als mensen een waarde belangrijk vinden, zouden ze zich aan de bijpassende normen houden. Toch doen ze dit niet altijd. 

  • vb. Gezondheid heel belangrijk vinden, maar toch een sigaret roken.
  • vb. Beleefdheid heel belangrijk vinden, maar toch liever alleen eten.
  • (eventueel aanpassen naar wat er vorige les gezegd is geweest)



Slide 6 - Diapositive

Waarde = vriendschap.
Norm?

Slide 7 - Carte mentale

Waarde = eerlijkheid.
Norm?

Slide 8 - Carte mentale

Normen
Als mensen in grote groepen samenleven, worden normen vaak schriftelijk vastgelegd in wetten en reglementen. Zo zijn ze voor iedereen duidelijk. 
Deze wetten en reglementen maken duidelijk welke waarden men in die groep belangrijk vindt. 
  • vb. Grondwet
  • vb. Schoolreglement 


Slide 9 - Diapositive

Normen
Cursus p.6
  • Wat verwacht je niet van een goede vriend? Welke normen (regels) mogen in vriendschap niet overtreden worden? Leg uit.
  • Als je die regels toch overtreedt, dan volgt er een bestraffing: een sanctie. Waaruit zou die sanctie kunnen bestaan?
  • In grotere samenlevingsverbanden zijn er heel wat regels die voor de hele bevolking gelden en die in de meeste culturen schriftelijk worden vastgelegd zodat iedereen ze kan lezen. Hoe noemen we zulke regels?



Slide 10 - Diapositive

Instituties
  • Wat?
  • Systemen die de waarden verwezenlijken.
  • Worden doorgegeven aan de volgende generaties. 
  • Waarom?
  • Vervullen de basisbehoeften van de samenleving.
  • Brengen stabiliteit en zorgen voor orde in een cultuur.


Slide 11 - Diapositive

Instituties
  • Voor- en nadelen?
  • Beperking: het gedrag wordt in vaste banen geleid.
  • Makkelijk: minder keuzevrijheid = minder keuzestress.
  • Functie?
  • Socialiserende of opvoedende functie: instituties helpen in het maken van keuzes. 
  • vb. de Kerk, het gerecht.


Slide 12 - Diapositive

Welke instituties
zijn er nog?

Slide 13 - Carte mentale

• Zoek van volgend artikel een bijhorende waarde en norm.
- De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
Artikel 2: Iedereen heeft het recht op alle rechten ongeacht je jongen, meisje, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je hebt of welke taal je spreekt.

Zoek in onderstaand artikel een waarde en norm. Laat duidelijk merken dat je het verschil kent tussen deze 2 begrippen.
De Universele Verklaring van de 
Rechten van de Mens
Artikel 2: Iedereen heeft het recht op alle rechten ongeacht je jongen, meisje, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je hebt of welke taal je spreekt. 
NOG AANPASSEN

Slide 14 - Diapositive

• Zoek van volgend artikel een bijhorende waarde en norm.
- De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
Artikel 2: Iedereen heeft het recht op alle rechten ongeacht je jongen, meisje, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je hebt of welke taal je spreekt.

Zoek in het schoolreglement 2 bijhorende waarden en normen. Laat duidelijk merken dat je het verschil kent tussen deze 2 begrippen.
NOG AANPASSEN

Waar schoolreglement te vinden?

Slide 15 - Diapositive

Elke leefstijl heeft zijn eigen idealen of ...
A
normen
B
instituties
C
waarden
D
keuzes

Slide 16 - Quiz

Die waarden hebben concrete gedragsregels of ...
A
instituties
B
keuzes
C
waarden
D
normen

Slide 17 - Quiz

Die waarden en normen zijn schriftelijk vastgelegd door ...
A
instituties
B
overheid
C
gezin
D
kerk

Slide 18 - Quiz