Hoofdstuk 9 Feedback (deel 2)

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Feedback geven en krijgen 

(deel 2)

Docent: Naddy Oude Lansink

[e-mail] 

Inhoud van deze les

Terugblik theorie vorige week (hoofdstuk 9, deel 1)

Theorie uitleg hoofdstuk 9.6.2 t/m 9.8

Opdrachten maken

Huiswerk

Wat is je bij gebleven van de vorige les over feedback?

Verdedigingsreacties bij opbouwende feedback

Mensen beschermen zich graag tegen onaangename gevoelens, zeker als die hun zelfbeeld raken. Ze gaan dan in de verdediging:

1. Ontkenning (niet gezegd of gedaan).
   
2. Verdringing (vergeten of niet herinneren).
   
3. Rationalisatie (uitleg, verklaring of smoes geven. De ja, maar mensen).
   
4. Projectie (iemand anders de schuld geven of de bal naar jou kaatsten).
   

Ontkenning

Verdringing

rationalisatie

Projectie

(niet gezegd of gedaan).

(vergeten of niet herinneren).

uitleg, verklaring of smoes geven. De ja, maar mensen).

de ander de schuld geven

Feedbackregels bij het ontvangen

• Luister goed naar wat de ander zegt.
  
• Neem de ander, en de feedback, serieus!
  
• Vraag zo nodig om verduidelijking.
  
• Beschouw de feedback positief.
  
• Geef aan wat je van de feedback vindt.
  
• Ga niet in de verdediging.
  
• Maak afspraken voor de toekomst.
  

02:38

Waar gaat het mis in het ontvangen van feedback? Kijk naar de regels.

03:16

Wie maakt volgens jullie de grootste fouten: de feedbackgever of de ontvanger?

Positieve Feedback

Positieve feedback --> Feedback waarmee de zender aangeeft dat hij het gedrag van de ander graag gehandhaafd ziet.

Voor een prettige sfeer, contact en samenwerking zal de verhouding tussen positieve en negatieve feedback vijf op één moeten zijn. 

Vormen van positieve Feedback

1. Complimenteren
   
2. Bedanken
   
3. Excuses maken
   

Waarom is excuses maken ook een vorm van positieve feedback? 

1. complimenteren

Het geven van complimenten, aandachtspunten:

• Benoem concreet het gedrag dat je waardeert en waarom.
  
• Wees geloofwaardig.
  
• Kijk niet alleen naar het resultaat, ook naar de inzet.
  
• Richt complimenten op gedrag.
  
• Sta open voor een reactie op je feedback.
  
• Verdeel je complimenten over alle cliënten en collega’s.
  

1. complimenteren

Het krijgen van complimenten, aandachtspunten:

• Wuif het compliment niet weg.
  
• Bedank de feedbackgever, zeg dat je het leuk/fijn vindt.
  
• Geniet ervan!

2. Bedanken

Het uitspreken van een bedankje, aandachtspunten:

• Benoem concreet het gedrag/prestatie waarvoor je bedankt.
  
• Wees geloofwaardig.
  
• Bedank persoonlijk.
  
• Verwoord wat het effect is van de inzet van de ander op jou.
  

2. Bedanken

Het ontvangen van een bedankje, aandachtspunten:

• Wuif het bedankje niet weg.
  
• Zeg dat je het leuk/fijn vindt, eventueel een bedankje terug. 

3. Excuses maken 

Excuses maken:

Het uitspreken van excuses geeft aan dat je de relatie met de ander belangrijk vindt. Je neemt verantwoordelijkheid, durft na te denken over je eigen fouten en je kwetsbaar op te stellen. 

Dat is krachtig!! Als beroepskracht MZ heb je een voorbeeldfunctie, ook hierin!

3. Excuses maken

Het uitspreken van een excuus, aandachtspunten:

• Hoe eerder je sorry zegt, hoe beter (maar het is ook nooit te laat om sorry te zeggen!)
  
• Zet je ego en trots opzij: durf eerlijk naar jezelf te kijken.
  
• Analyseer de situatie.
  
• Houd het bij jezelf. Praat in de ik-vorm en schuif fouten niet op anderen.
  
• Houd het kort; zeg wat je fout hebt gedaan, dat het je spijt en waarom en eventueel wat je een volgende keer anders gaat doen.
  
• Je kunt niet eisen dat de ander jouw excuses aanvaardt. Wel kun je vragen wat hij nodig heeft om verder te kunnen.
  

Welke 3 vormen van positieve feedback geven zijn er?

Aan de slag

Ga in tweetallen of drietallen bezig met de oefenopdracht die toegevoegd zal worden onder 'Opdrachten'. Lees de situaties in deze opdracht, bespreek ze en schrijf letterlijk op hoe jullie op de juiste manier feedback zouden geven. Houd je dus aan de regels van feedback geven!

Huiswerk

Ga naar digitale leeromgeving, thema 4, hoofdstuk 9:

Niveau 3 en 4: Maak individueel vragen 5 t/m 7.

Niveau 4: Maak individueel vragen 2 en 3.

Ga naar digitale leeromgeving, thema 4, Praktijksituaties:

Maak individueel ‘Ramona krijgt feedback’

Lees hoofdstukken 7, 8 en 9 goed door.