3.2 Wat voor baan wil jij?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Startklaar?

Je legt het volgende op tafel:

• Rekenmachine
• Boek
• Pen/potlood

Gedragsverwachtingen

Tijdens mijn uitleg: STILTE

Actief luisteren

Elkaar laten uitpraten

Leerdoelen                                 

Je weet aan het eind van de les ....

- het verschil tussen vaste en tijdelijke baan 

- het verschil tussen een voltijdbaan en deeltijdbaan

- in welke productiesectoren je kunt werken

- het nut van arbeidsverdeling

My Skills:

# 

Een metselaar krijgt €1.606 nettoloon. Er wordt €790 belasting ingehouden.
Wat zou zijn brutosalaris zijn?

Werkt mevr. Koudadi voltijd of deeltijd denk je?

Voltijd            of      deeltijd          

Fulltime

Je werkt per week 36 uur of meer.

Partime

Je werkt minder dan een volledige baan.

36/38/40 uur

minder dan 36 uur

Tijdelijk of vast?

Je begint vaak met een tijdelijk baan.

Het kan daarna een vaste baan worden

• als je goed functioneert
  
• als er voldoende werk is.
  

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Vast of tijdelijk?

Vaste baan is voor onbepaalde tijd

Tijdelijke baan is voor bepaalde tijd

Productiesectoren

Agrarische bedrijven

Industriële bedrijven

Dienstverlenende bedrijven

Cirkeldiagram

3.2 Aan de slag

Maken: opgave 3, 5, 6, 11, 13
          (blz. 82-86)

Tijd: 15 minuten

Hoe: zelfstandig, in stilte

Klaar? maak opgave 14

Leerdoelen: reflectie

Je weet aan het eind van de les ....

- het verschil tussen vaste en tijdelijke baan

- het verschil tussen een voltijdbaan en deeltijdbaan

- in welke productiesectoren je kunt werken

Met een vaste baan heb je een arbeidsovereenkomst voor …

1. Bepaalde tijd
2. Onbepaalde tijd

Voltijd =

1. meer dan 36 uur per jaar
2. 36 uur of meer per week
3. minder dan 36 uur
4. 36 uur

Een voorbeeld van een beroep in de agrarische sector is

1. Docent
2. Bankmedewerker
3. Visser
4. Directeur

Je werkt als kassamedewerker in de AH, in welke productiesector werk je?

1. Agrarische sector
2. Industriele sector
3. Dienstverlenende sector

Schoenmaker

1. Dienstverlenende sector
2. Agrarische sector
3. Industriele sector

Welk beroep hoort tot de industriële sector?

1. Verpleegster
2. Buschauffeur
3. Bloemenkweker
4. Timmerman

Gedragsverwachtingen

Tijdens mijn uitleg: STILTE

Actief luisteren

Elkaar laten uitpraten

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen