lezen

Lezen
Een kleine quiz / uitleg om de theorie nog eens goed op te halen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lezen
Een kleine quiz / uitleg om de theorie nog eens goed op te halen

Slide 1 - Diapositive

Elke tekst gaat ergens over, dit noem je ...
A
de hoofdgedachte
B
het onderwerp
C
het deelonderwerp
D
een tussenkopje

Slide 2 - Quiz

Onderwerp vinden, hoe doe je dat?

Slide 3 - Carte mentale

Het onderwerp vinden, dit doe je:

1. lees de titel
2. lees de tussenkopjes
3. bekijk de plaatjes
4. lees de VET gedrukte/opvallende stukjes tekst
5. (bonus)

Slide 4 - Diapositive

Stel het is nog niet helemaal duidelijk wat het onderwerp is. Wat kun je nog meer doen?

Slide 5 - Question ouverte

Bonus
1. lees de titel
2. lees de tussenkopjes
3. bekijk de plaatjes
4. lees de VET gedrukte/opvallende stukjes tekst
5. bekijk de bron van de tekst
6. Lees de eerste regel van elke alinea

Slide 6 - Diapositive

De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Elke alinea heeft ook een eigen hoofdzaak.
Wat niet zo belangrijk is noem je bijzaken

Slide 7 - Diapositive

Hoe vind je de hoofdzaken van een tekst?
A
Zoek de bron en wie de tekst geschreven heeft
B
Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin
C
Lees de inleiding en het slot van de tekst
D
Lees de titel

Slide 8 - Quiz

Hoofdzaken en hoofdgedachte
Wat is nou eigenlijk het verschil tussen de hoofdzaken en de hoofdgedachte van een tekst?

Denk er even over na.
Je mag even overleggen met je buurman.

Slide 9 - Diapositive

Zit het woordje gedachte in!! Gedachte = wat IEMAND denkt
Die iemand? De schrijver! De belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Kernzin van een alinea

Een goede alinea bestaat uit een een kernzin en uit een uitwerking van de kernzin in de overige zinnen.

De kernzin bevat de belangrijkste informatie, de kern van wat je wilt zeggen in de alinea.

Slide 13 - Diapositive

Waar vind je de kernzin van een alinea meestal?

Slide 14 - Question ouverte

Samenhang in teksten

Slide 15 - Diapositive

Hoe kunnen we samenhang/tekstverband aanbrengen in een tekst
A
door het onderwerp
B
door gebruik te maken van signaalwoorden
C
door alinea's
D
door inleiding - kern - slot

Slide 16 - Quiz

Tegenstelling

Slide 17 - Carte mentale

opsomming

Slide 18 - Carte mentale

concluderend

Slide 19 - Carte mentale

Feit, mening, argument

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Tekstdoel & tekstsoort


Wat is ook alweer precies het verschil tussen deze twee?

Slide 22 - Diapositive

Tekstdoel

Wat de schrijver wil bereiken met zijn tekst. Wat was zijn doel op het moment van schrijven van de tekst?

Bvb: informeren
Tekstsoort

Er zijn verschillende soorten teksten.

Bvb: strip

Slide 23 - Diapositive

Tekstdoel

Slide 24 - Carte mentale

Tekstsoort

Slide 25 - Carte mentale