230928 interacties

28-09-23
Interacties 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

28-09-23
Interacties 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
  • Je weet wat de definitie is van interacties is en waar deze ontstaan 
  • Daarnaast kun je enkele voorbeelden noemen 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is medicatiebewaking?

Slide 3 - Question ouverte

Problemen met het medicijngebruik opsporen 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een IA uit je hoofd.

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Interacties zijn......
A
een reden om een gnm niet te gebruiken
B
een reden om een gnm wel te gebruiken
C
een ongewenste werking
D
en ongewenste wisselwerking tussen twee gnm

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke gevolgen hebben interacties?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

- Meer of ernstigere bijwerkingen
- Mindere werking
- Versterkte of verlengde werking 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaan interacties

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

1-In het maag-darmstelsel
- Chemische reacties die absorptie beïnvloeden 
- Beïnvloeding darmpassage bijv. opioïden

 

Welke voorbeelden kun je hierbij noemen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2- Binding aan bloedeiwitten
Transport van het geneesmiddel door het bloed:   - geneesmiddel oplossen in het bloed 
 - binden aan bloed- of plasma-eiwitten

 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3- Versterkte werking
Geneesmiddelen die op dezelfde plek in het lichaam werken of bijwerkingen geven, versterken elkaar (pseudo-dubbelmedicatie)

 

Welk voorbeeld kun je hierbij noemen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een dubbelmedicatie en een pseudodubbelmedicatie?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

4- Invloed op omzetting en uitscheiding
- In de lever: CYP enzymen
- Uitscheiding via de nieren

 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

IA afhandelen => mfb's 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat viel je op aan de lijst van veel voorkomende IA's

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 1
Noem een voorbeeld van een interactie waarbij het geneesmiddel sterker werkt, minder sterk werkt en extra bijwerkingen geeft.

Slide 24 - Question ouverte

versterkt versuffend effect vb benzo en ssri; verminderde opname door complexvorming vb ijzer en doxycycline; NSAID en cortico.

vraag 2
Een interactie kan effect hebben op bovenstaande processen. Geef van elk proces globaal aan wat er bij een interactie kan gebeuren.

Slide 25 - Question ouverte

absorptie-> ↓ opname door ↑pH in de maag; of door complexvorming
distributie-> plasma eiwitbinding ↓ door competitie -> meer vrij gnm dus meer effect; maar ook door competitie voor een receptor of antagonist met agonist
eliminatie-> remming of stimulatie leverenzymen

vraag 3
Welke complexvorming kunnen optreden naast die met doxycycline met antacida en ijzer. (tip kijk bij antacida op de kennisbank)

Slide 26 - Question ouverte

ulipristal, rosuvastatine,thyreomimetica, ijzer, bisfosfonaten, 
Naast complexvorming kan ook de verandering in de pH zorgen voor een wijziging in de opname. De oplossing was dat je het middel met cola moet innemen.
vraag 4 Weet je nog welke interactie dit was en waarom je het met cola moet innemen?

Slide 27 - Question ouverte

itraconazol en ppi
vraag 5
Verklaar waarom een verandering in de darmpassage invloed kan hebben op een geneesmiddel en noem een voorbeeld.

Slide 28 - Question ouverte

versnelde darmpassage door bv laxantia zorgt voor verminderde opname door minder tijd
vertraagde darmpassage door bv opioiden zorgt voor verhoogde opname door meer tijd

vraag 6
Wat betekent competitie? En leg beide principes uit en geef een voorbeeld van een van beide.


Slide 29 - Question ouverte

competitie is concurrentie;
plasma-eiwit-> een gnm is actief als het ongebonden is; indien 2 gnm beide binden aan plasma-eiwitten zal de conc vrij gnm toenemen en er een groter effect optreden.
receptor-> bv acetylsalicylzuur en ibu binden aan dezelfde receptor, maar ook betablokker en betasympaticomimetica

vraag 7
Er is een hele belangrijke groep enzymen die hier een rol bij spelen. Welke groep is dit?



Slide 30 - Question ouverte

Cytochroom P450 
vraag 8
Wat wordt hiermee bedoeld? En wat zal het effect van beide zijn op de bloedspiegel van het andere gnm waarmee een interactie is?

Slide 31 - Question ouverte

Inductor is een stim -> versnelt de omzetting en de conc zal lager zijn -> vaker en/of hoger doseren
remmer remt de omzetting -> conc hoger, meer bijw -> lager en/of minder vaak doseren

Er kunnen ook interacties ontstaan met voedingsmiddelen
vraag 9
Welke zijn dit en wat voor effect hebben ze op geneesmiddelen?

Slide 32 - Question ouverte

melk-> complex
grapefruitsap-> de omzetting gaat langzamer ->effect?
alcohol-> extra versuffend bij oa benzo’s + disulfram effect

vraag 10
Er zijn vier categorieën voor de beoordeling van interacties. Welke zijn dat?

Slide 33 - Question ouverte

ja/ja; ja ia en ja actie -> relevante ia’s
ja/nee; ja ia, nee geen actie -> niet relevant ; geen klinisch effect
nee/nee; geen ia en geen actie-> pil en ab
nee/ja; geen ia wel actie vb digoxine en diuretica -> K spiegel bepalen

Wat is een contra-indicatie?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de opdracht 
CI Verdieping 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat neem je mee van de les van vandaag?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions