oefentoets

Vraag 1 
timer
4:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Vraag 1 
timer
4:00

Slide 1 - Diapositive

Antwoord vraag 1

Slide 2 - Diapositive

Vraag 2
Zijn de formule h =  2 x (t + 4) en de formule h = 2 x t + 8 hetzelfde?
Gebruik voor t de getallen 0 t/m 3
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

Antwoord vraag 2
h = 2 x (t + 4)


h = 2 x t + 8
t
0
1
2
3
h
8
10
12
14
h = 2 x (0 + 4) = 8 h = 2 x (1 + 4) = 10
 h = 2 x (2 + 4) = 12 h = 2 x (3 + 4) = 14
t
0
1
2
3
h
8
10
12
14
h = 2 x 0 + 8 = 8 h = 2 x 1 + 8 = 10
 h = 2 x 2 + 8 = 12 h = 2 x 3 + 8 = 14

Slide 4 - Diapositive

Vraag 3
Maak een pijlenketting bij de formule:
h = 2 x (t + 4) 

Slide 5 - Diapositive

Antwoord vraag 3
Maak een pijlenketting bij de formule:
h = 2 x (t + 4) 
t -- +4 --> ... -- x2 --> h

Slide 6 - Diapositive

Vraag 4
Maak een omgekeerde pijlenketting bij de formule:
h = 2 x (t + 4) 


Slide 7 - Diapositive

Antwoord vraag 4
Maak een omgekeerde pijlenketting bij de formule:
h = 2 x (t + 4) 
t <-- -4 -- ... <-- :2 -- h

Slide 8 - Diapositive

Vraag 5
Wat is het hellingsgetal en wat is het startgetal in de formule:
h =  3 x t + 10

Slide 9 - Diapositive

Antwoord vraag 5
Wat is het hellingsgetal en wat is het startgetal in de formule:
h =  3 x t + 10
hellingsgetal  = 3
startgetal = 10

Slide 10 - Diapositive

Vraag 6
Wat is het hellingsgetal en wat is het startgetal in de tabel:





t
0
2
4
6
h
10
16
22
28

Slide 11 - Diapositive

Antwoord vraag 6
Wat is het hellingsgetal en wat is het startgetal in de tabel:



hellingsgetal  = 3
startgetal = 10

t
0
2
4
6
h
10
16
22
28

Slide 12 - Diapositive

Vraag 7
Niels heeft een bijbaantje. Hij krijgt per uur 10 euro. Omdat hij met het openbaar vervoer (OV)  moet, krijgt hij ook nog 5 euro reiskostenvergoeding. 
Vul de tabel in:

t in uren
0
1
2
3
b in euro

Slide 13 - Diapositive

Antwoord vraag 7
Niels heeft een bijbaantje. Hij krijgt per uur 10 euro. Omdat hij met het openbaar vervoer (OV)  moet, krijgt hij ook nog 5 euro reiskostenvergoeding. 
Vul de tabel in:

t in uren
0
1
2
3
b in euro
5
15
25
35

Slide 14 - Diapositive

Vraag 8
Niels heeft een bijbaantje. Hij krijgt per uur 10 euro. Omdat hij met het openbaar vervoer (OV)  moet, krijgt hij ook nog 5 euro reiskostenvergoeding. 
Vul de tabel in:



Startgetal = 
Hellingsgetal = 
t in uren
0
1
2
3
b in euro
5
15
25
35

Slide 15 - Diapositive

Antwoord vraag 8
Niels heeft een bijbaantje. Hij krijgt per uur 10 euro. Omdat hij met het openbaar vervoer (OV)  moet, krijgt hij ook nog 5 euro reiskostenvergoeding. 
Vul de tabel in:



Startgetal = 5
Hellingsgetal = 10
t in uren
0
1
2
3
b in euro
5
15
25
35

Slide 16 - Diapositive

Vraag 9
Niels heeft een bijbaantje. Hij krijgt per uur 10 euro. Omdat hij met het openbaar vervoer (OV)  moet, krijgt hij ook nog 5 euro reiskostenvergoeding. 
Vul de tabel in:



Startgetal = 5
Hellingsgetal = 10
t in uren
0
1
2
3
b in euro
5
15
25
35
Geef de formule ...

Slide 17 - Diapositive

Antwoord vraag 9
Niels heeft een bijbaantje. Hij krijgt per uur 10 euro. Omdat hij met het openbaar vervoer (OV)  moet, krijgt hij ook nog 5 euro reiskostenvergoeding. 
Vul de tabel in:



Startgetal = 5
Hellingsgetal = 10
t in uren
0
1
2
3
b in euro
5
15
25
35
bedrag = t x 10 + 5

Slide 18 - Diapositive