- Een verkleinwoord is altijd een zelfstandig naamwoord. - Verkleinwoorden zijn altijd het-woorden. - Er zijn vijf uitgangen die een verkleinwoord kan hebben: -je, -tje, -etje, -pje, -kje
Slide 13 - Diapositive
Verkleinwoorden
Bij de meeste woorden voeg je -je, -tje of -pje toe.
Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje.
Bij woorden die eindigen op een lange klank, verdubbel je de klinker.
Bij woorden die eindigen op een -i, schrijf je ietje.
Bij woorden die eindigen op -y, schrijf je ’tjemet apostrof.
Bij afkortingen met letters of cijfers schrijf je ’je of ’tje(met apostrof).
Slide 14 - Diapositive
Verkleinwoorden
A
tostietje
B
tosti'tje
C
tostie'tje
D
tostitje
Slide 15 - Quiz
Verkleinwoord. Wat is het verkleinwoord van kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje
Slide 16 - Quiz
Verkleinwoorden Wat is juist ?
A
vitaminetje
B
vitamientje
C
vitaminetje
D
vitaminnetje
Slide 17 - Quiz
Verkleinwoorden Wat is juist?
A
laatje
B
laadetje
C
la'tje
D
latje
Slide 18 - Quiz
verkleinwoorden
1. stemmetje is het verkleinwoord van stem. 2. blaadje is het verkleinwoord van blad.
A
1 = goed
2 = niet goed
B
1= niet goed
2 = goed
C
1 = goed
2 = goed
D
1 =niet goed
2 = niet goed
Slide 19 - Quiz
Verkleinwoord. Wat is het verkleinwoord van lolly?
A
lollytje
B
lollietje
C
lollyetje
D
lolly'tje
Slide 20 - Quiz
Noteer het verkleinwoord:
brug
Slide 21 - Question ouverte
Noteer het verkleinwoord:
auto
Slide 22 - Question ouverte
Noteer het verkleinwoord:
baby
Slide 23 - Question ouverte
Noteer het verkleinwoord:
ketting
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van... radio?
Slide 25 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van getal?
Slide 26 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van koning
Slide 27 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van tv
Slide 28 - Question ouverte
Wat is het verkleinwoord van café?
Slide 29 - Question ouverte
meervoud
Lesdoel: Ik kan meervouden goed spellen.
Slide 30 - Diapositive
meervoud
A
politicussen - cadeaus - skies
B
politici - cadeaus - ski's
C
politicussen - cadeau's - ski's
D
politici - cadeaus - skies
Slide 31 - Quiz
Meervoud. Wat is de goede schrijfwijze in het meervoud van......?