W25 FA 1HM les op school

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue 1H1

Semaine 25

Le 15 juin

Chapitre 5

La semaine dernière

• cours à l'école (les op school)
• réviser le vocabulaire et le passé composé (herhaling vocabulaire en passé composé)
• à la maison partie E: regarder & partie F: lire (thuis partie E: regarder et partie F: lire )

Aujourd'hui

• Nous allons réviser: vocabulaire & grammaire (we gaan herhalen; de vocabulaire & grammatica).
  
• Je vais expliquer l'adjectif (ik ga het bijvoeglijk naamwoord uitleggen).
  
• Nous allons parler de l'exercice partie G (we gaan het hebben over de opdracht van bron G).
• Nous faisons une exercice de comprehension orale (we gaan een luisteropdracht doen).
• Vous pouvez me poser des questions (jullie kunnen me vragen stellen).

Uit hoeveel woorden bestaat de passé composé? (in één woord noteren)

Geef de juiste vorm van de passé composé:

Il (regarder)

Geef de juiste vorm van de passé composé:

nous (aimer)

Geef de juiste vorm van de passé composé:

j' (danser)

Traduis:

jaune

Traduis:

mai

Traduis:

de nicht

Traduis:

vragen

Traduis:

mogelijk

Traduis:

C'était bien?

1. Is het leuk?
2. Was het leuk?
3. Is dat leuk?
4. Was dat leuk?

Traduis:

Ton frère est comment?

1. Hoe is je broer?
2. Hoe heet je broer?
3. Wie is je broer?
4. Hoe ziet je broer eruit?

Aujourd'hui

• Nous allons réviser: vocabulaire & grammaire (we gaan herhalen; de vocabulaire & grammatica).
  

• Je vais expliquer l'adjectif (ik ga het bijvoeglijk naamwoord uitleggen).
  
• Nous allons parler de l'exercice partie G (we gaan het hebben over de opdracht van bron G).
• Nous faisons une exercice de comprehension orale (we gaan een luisteropdracht doen).
• Vous pouvez me poser des questions (jullie kunnen me vragen stellen).

Expliquer

Partie H: l'adjectif qualificatif

Het bijvoeglijk naamwoord

Basis:

Maintenant: ex 30

	mannelijk	vrouwelijk
enkelv.		+e
meerv.	+s	+es

Expliquer

Partie H: l'adjectif qualificatif

Let op:

bijv. naamwoord dat eindigt op -e, geen extra +e 

Vert:        la jupe verte / les jupes vertes

Rouge:  la jupe rouge / les jupes rouges

bijv. naamwoord dat eindigt op -s, geen extre +s

Vert:    les pantalon verts

Gris:    les pantalon gris

Expliquer

Partie H: l'adjectif qualificatif

Volledig uitzonderlijk:

À la maison: ex 31, 32

	mnl enkv	vrl enkv	mnl mv	vrl mv
mooi	beau	belle	beaux	belles
nieuw	nouveau	nouvelle	nouveaux	nouvelles
oud	vieux	vieille	vieux	vieilles

Aujourd'hui

• Nous allons réviser: vocabulaire & grammaire (we gaan herhalen; de vocabulaire & grammatica).

• Je vais expliquer l'adjectif (ik ga het bijvoeglijk naamwoord uitleggen).
  

• Nous allons parler de l'exercice partie G (we gaan het hebben over de opdracht van bron G).
• Nous faisons une exercice de comprehension orale (we gaan een luisteropdracht doen).
• Vous pouvez me poser des questions (jullie kunnen me vragen stellen).

Expliquer

Partie G: Les phrase clés

Opdracht:

Wanneer je deze week naar school gaat, wil ik graag dat je één van je klasgenoten 'uitkiest' en onopvallend(!) goed kijkt hoe hij/zij eruit ziet. Denk aan de zinnen van bron G.

Thuis maak je een omschrijving van minimaal 4 zinnen in het Frans en die stuur je mij, via Magister, toe.  Ik kies een paar omschrijvingen uit, zet ze in de les van volgende week en dan mogen jullie raden welke klasgenoot het is. (Dus graag ook in je mail erbij zetten wie het is, dan heb ik ook alvast de antwoorden.)

En dus aan niemand vertellen wie jouw 'slachtoffer' is!

Aujourd'hui

• Nous allons réviser: vocabulaire & grammaire (we gaan herhalen; de vocabulaire & grammatica).

• Je vais expliquer l'adjectif (ik ga het bijvoeglijk naamwoord uitleggen).

• Nous allons parler de l'exercice partie G (we gaan het hebben over de opdracht van bron G).

• Nous faisons une exercice de comprehension orale (we gaan een luisteropdracht doen).
• Vous pouvez me poser des questions (jullie kunnen me vragen stellen).

Regarder

On regarde un vidéo. Réponds aux questions:

1. Qu'est-ce qu'on visite?
2. On parle de quel livre/de quel film?

https:

Est-ce que tu entends un passé composé ou pas?

1. Nous arrivons au Chateau d'If
2. Nous sommes arrivés au Chateau d'If.

Est-ce que tu entends un passé composé ou pas?

1. L'endroit cultive sa part d'ombre, de mystère
2. L'endroit a cultive sa part d'ombre, de mystère.

Est-ce que tu entends un passé composé ou pas?

1. le plus connu des prisonniers n'exite pas
2. le plus connu des prisonniers n'a pas exité

Est-ce que tu entends un passé composé ou pas?

1. visiter le fort
2. il a visité le fort

Est-ce que tu entends un passé composé ou pas?

1. Qu'est-ce que vous en pensez?
2. Qu'est-ce que vous en avez pensé?

Est-ce que tu entends un passé composé ou pas?

1. J'ai pensé qu'il était bien enfermé
2. Je pense qu'il était bien enfermé

Aujourd'hui

• Nous allons réviser: vocabulaire & grammaire (we gaan herhalen; de vocabulaire & grammatica).

• Je vais expliquer l'adjectif (ik ga het bijvoeglijk naamwoord uitleggen).

• Nous allons parler de l'exercice partie G (we gaan het hebben over de opdracht van bron G).

• Nous faisons une exercice de comprehension orale (we gaan een luisteropdracht doen).

• Vous pouvez me poser des questions (jullie kunnen me vragen stellen).

Vous avez des questions?