Hst 2 Ontsteking en afweer

Ontsteking en afweer
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ontsteking en afweer

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstekingsreactie
  1. Rood
  2. Warm
  3. Zwelling
  4. Pijn
  5. Gestoorde functie 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In principe roept elke weefselbeschadeging een ontsteking op

Slide 3 - Diapositive

In principe roept elke weefselbeschadiging een ontsteking op. Naast ziekteverwekkers zijn er ook mechanische, chemische en immunologische oorzaken
Ontstekingsreactie
Eerst plaatselijk, daarna verspreiding. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaatselijke ontstekingsvormen
Infiltraat
beginnend, rode, warme zwelling​, kan volledig verdwijnen ​
Abces met pus​
- dood weefsel​ met dode en levende bacteriën​
- dode leukocyten (witte bloedcellen)  

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene ontstekingsverschijnselen
Als ons lichaam de ontsteking niet plaatselijk kan houden​, dan:

Gevoel van ziek zijn “malaise”​
Verminderde eetlust​
Koorts ​
Vermeerdering witte bloedlichaampjes (leukocytose)




Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koorts bij ontsteking
  1. Afbraakproducten van de ziektekiemen komen in bloed
  2. Interne thermostaat gaat daarmee omhoog
  3. Afweerprocessen gaan sneller verlopen
  4. Remt groei van bacteriën 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitgebreide ontstekingsverschijnselen
Uiteindelijk: ​

Lymfevatontsteking (lyfangitis) ​

Bloedvergiftiging (sepsis) ​
bacteriën vermenigvuldigen in bloedbaan ​


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Necrose
Wanneer een deel van weefsel ernstig beschadigd raakt kan het afsterven. 
Het doodgaan van weefsel dat in de ontsteking ligt, heet necrose.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderzoek naar infecties
In bloed verhoging van:
  1. Bezinkingssnelheid van de rode bloedcellen (de BSE) (Rode bloedcellen bezinken sneller bij een infectie)
  2. C-reactief proteïne (CRP) 
  3. Witte bloedcellen (welk type witte bloedcel is toegenomen? Daaruit kan dan blijken of het om een bacteriële of een virale infectie gaat.)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Microbiologisch laboratorium 

Alle andere lichaamsvloeistoffen: 
  1. urine, maagsap, gal, pleuravocht, speeksel en liquor;
  2. ontlasting;
  3. stukjes weefsel uit het geïnfecteerde gebied (biopt);
  4. materiaal van de infectie, zoals wondvocht en pus.



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antibiotica
  1. Alleen bacteriële infectie behandelen met antibiotica, geen virus. 
  2. Antibiotica remt of doodt de bacterie in de groeifase. 
  3. Daarna is de afweer van het lichaam in staat de infectie verder te bestrijden. 
  4. Veelvuldig gebruik kan leiden tot resistentie

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions