oorzaken en gevolgen

oorzaken en gevolgen
Maar eerst een korte terugblik
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

oorzaken en gevolgen
Maar eerst een korte terugblik

Slide 1 - Diapositive

Je wilt meer weten over een situatie of verschijnsel
A
Waarderende vraag
B
Verklarende vraag
C
Beschrijvende vraag

Slide 2 - Quiz

Je wilt een uitleg waardoor iets gebeurd
A
Waarderende vraag
B
Verklarende vraag
C
Beschrijvende vraag

Slide 3 - Quiz

Je wilt onderzoeken wat iemand ergens van vind
A
Waarderende vraag
B
Verklarende vraag
C
Beschrijvende vraag

Slide 4 - Quiz

wat gaan we behandelen?
  • Oorzaken
       -indirect 
       -direct
  • Gevolgen
      -indirect 
      -direct

Slide 5 - Diapositive

Oorzaken
Een oorzaak is datgene wat een bepaalde omstandigheid of gebeurtenis teweegbrengt

 

Slide 6 - Diapositive

De band van Clara haar fiets is lek waardoor ze met de auto naar school moet.

Wat is de oorzaak?

Slide 7 - Question ouverte

Indirecte en directe oorzaken
Een directe oorzaak leidt meteen tot een gebeurtenis.

Een indirecte oorzaak leidt tot een gebeurtenis met een tussenstap.

Slide 8 - Diapositive

Clara is door glas gereden waardoor de band van haar fiets lek is en daarom moet ze met de auto naar school.

Clara is door glas gereden
A
Indirecte oorzaak
B
Directe oorzaak

Slide 9 - Quiz

Gevolgen
Een gevolg is iets dat gebeurt na/door één of meer gebeurtenissen.

Slide 10 - Diapositive

De band van Clara haar fiets is lek waardoor ze met de auto naar school moet.

Wat is het gevolg?

Slide 11 - Question ouverte

Indirecte en directe gevolgen
Een direct gevolg komt meteen voort uit een gebeurtenis.

Een indirect gevolg volgt met een tussenstap uit een gebeurtenis.

Slide 12 - Diapositive

Clara is door glas gereden waardoor de band van haar fiets lek is.

Clara haar band is lek.
A
Indirect gevolg
B
direct gevolg

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
Wat? pak je boek erbij en noteer 1 direct gevolg en oorzaak, noteer ook 1 indirect gevolg en oorzaak.
Hoe? zelfstandig en in stilte 
Hoelang? 10 a 15 min
Hulp? steek je hand op :)
Klaar? zoek er nog meer!

Slide 14 - Diapositive